Klassieke en recente ontwikkelingspsychologische theorieën
1 / 6
next
Slide 1: Slide
GedragswetenschappenSecundair onderwijs
This lesson contains 6 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Klassieke en recente ontwikkelingspsychologische theorieën
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Opdracht
Link de recente ontwikkelingspsychologische theorieën aan de klassieke ontwikkelingspsychologische theorieën
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Opdracht
Casus Annabel
Maak de link met de geziene theorie over de cognitieve ontwikkeling
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Cognitieve ontwikkelingstheorie van Jean Piaget
Discontinu: Formeel-operationeel denken (vanaf 12 jaar): abstract denken en redeneren
Vanaf nu kunnen ze hypothetisch deductief redeneren en propositioneel denken
Adolescenten kunnen bevinden zich pas volledig in het laatste stadium als ze 15 jaar zijn
Hiervoor is een combinatie nodig van fysieke rijping en omgevingservaringen
Volgens verschillende onderzoeken zijn niet alle volwassenen in staat om formeel operationeel te denken of niet op alle vlakken blijk geven van formeel-operationeel denken
Cognitief lui, we vertrouwen vaak op onze intuïtie en mentale ezelsbruggetjes
Culturele invloeden spelen een rol bij het gebruikmaken van formele operaties
Dit leidt tot een verandering in het dagelijks gedrag
Informatieverwerkingstheorie
De groei is continu, de groei verloopt geleidelijk
Verzameling van individuele vaardigheden
richt zich op individuele stukjes van de puzzel
Groei van de metacognitie, kennis van eigen denkprocessen
Voordeel metacognitie: Kunnen hun leerprocessen beter begrijpen
Nadeel metacognitie: adolescent trekt zich terug/ adolescent is bewust van zichzelf (egocentrisme)
Egocentrisme: eigen ik staat centraal - imaginair publiek - vervorming van het denken (Andrew Tate)