What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
thema 2 bellen en mailen, voorzetsels, toets (wk 4, les 3)
Nederlands
juf Hilde
Les 3
30-9-2022
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
juf Hilde
Les 3
30-9-2022
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
- DISK thema 2
- Grammatica: voorzetsels
pauze
- Niet/geen
- Soap
- Toets
- Jeugdjournaal
Slide 2 - Slide
Je bent ziek.
Je kunt niet naar school komen.
Bel je docent.
Voorbeeld:
Hoi, met Aram.
Ik kan niet komen vandaag. Ik ben ziek.
Slide 3 - Slide
Tips bij een telefoongesprek
Oefen eerst wat je wilt zeggen.
Zeg altijd eerst je voor- en achternaam.
Spel je naam goed.
Gebruik 'u'.
Zeg duidelijk wat je wil.
Slide 4 - Slide
Maak een afspraak.
Je wil een afspraak met de dokter maken.
Bel de assistente.
Maak een afspraak.
Voorbeeld:
Met Aram Mohammed.
Ik wil graag een afspraak maken.
Nee, dan kan ik niet.
Ja, dan kan ik wel.
Slide 5 - Slide
Je hebt een afspraak.
Daarom kom je een beetje later op school.
Schrijf een bericht aan je docent.
Leg uit dat je een afspraak hebt en dat je later komt.
Voorbeeld:
Ik kom een beetje later. Ik heb een afspraak met…
h.heuvel@msa.nl
Slide 6 - Slide
Nieuwe woorden leren
Schrijf de vertaling op de woordenlijst.
Slide 7 - Slide
de
keer
maal
tijdstip waarop iets gebeurt
zin:
Wij hebben twee keer pauze.
Slide 8 - Slide
de
brief
tekst op papier
stuurt het naar iemand
envelop + postzegel
de
brief - de brieven
zin
: Ik schrijf een lange
brief.
zin:
Hij krijgt een
brief.
Slide 9 - Slide
krijgen
je mag iets hebben
gratis
werkwoord
zin:
Ik
krijg
een snoepje.
zin
: Zij
krijgen
een kado.
Slide 10 - Slide
de
datum
dag
maand
jaar
de
datum - de datums
zin
Op die
datum
ben ik vrij.
zin:
Die
datum
is pas volgend jaar.
Slide 11 - Slide
luisteren
horen
ik
luister -
wij
luisteren
zin:
Ik luister naar mooie muziek.
zin:
Wij luisteren naar de docent.
Slide 12 - Slide
laat
niet op tijd
laat <---> vroeg
zin
: Ik ben te
laat
op school.
zin:
De docent gaat
laat
naar huis.
Slide 13 - Slide
de
dokter
gestudeerd om zieke mensen beter te maken
man of vrouw
de
dokter - de dokters
zin:
Mijn vader is een goede
dokter
.
Slide 14 - Slide
de
gemeente
stuk land + een stad en dorpen in de buurt
de burgemeester is de baas, hij/zij bestuurt de gemeente.
de
gemeente - de gemeent
en
zin:
Ik woon in de
gemeente
Den Helder.
Slide 15 - Slide
het
gesprek
twee of meer mensen praten met elkaar
synoniem: de conversatie
een gesprek voeren/hebben
het
gesprek - de gesprekken
zin
:
Ik heb morgen een
gesprek.
Slide 16 - Slide
komen
naar deze plaats gaan
komen
uit
werkwoord
ik kom - wij komen
zin
: Ik
kom
morgen niet op school omdat ik een afspraak heb.
zin
: Kom eens hier.
Slide 17 - Slide
eerst
vóór iemand anders
vóór iets
zin:
Ik ben
eerst
aan de beurt.
zin:
Ik ga
e
erst
naar school en dan eten koken.
Slide 18 - Slide
DISK
Lezen
Luisteren
Spreken
Schrijven
Woordenschat
Juf Hilde
Slide 19 - Slide
Voorzetsels
Een voorzetsel geeft de plaats of de tijd aan. Een voorzetsel staat vaak voor een
zelfstandig naamwoord
.
Met een voorzetsel kun je
waar
of
wanneer
aangeven.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Voorzetsels: plaats
boven, onder, over, onder, tussen, tegen, naast, voor, achter, met, op, in, bij, langs, binnen, buiten, door
Voorzetsels: tijd
om, voor, na, vanaf, sinds, tijdens, tot, tot en met, in, rond, op, gedurende
Slide 22 - Slide
Wat is het voorzetsel in deze zin?
Wij zitten voor de televisie.
A
Wij
B
zitten
C
voor
D
de televisie
Slide 23 - Quiz
Wij zitten voor de televisie.
Zitten
Werkwoord
Voor
Voorzetsel
De
Lidwoord
Televisie
Zelfstandig naamwoord
Slide 24 - Slide
Wat is het voorzetsel in deze zin?
Gisteren sliep Joost op de grote bank.
A
Gisteren
B
op
C
grote
D
bank
Slide 25 - Quiz
Achter deze deur is de slaapkamer.
Lidwoord
Voorzetsel
Zelfstandig naamwoord
Slide 26 - Drag question
Werkblad voorzetsels
Invullen
Slide 27 - Slide
nl.ver-taal.com
Slide 28 - Link
Pauze
timer
25:00
Slide 29 - Slide
Welke twee woorden kun je gebruiken om een zin negatief te maken?
Slide 30 - Open question
De ontkenning
* Negatief
* Niet/geen
Wiaam drinkt
geen
water.
Mijn broer werkt
niet.
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
spreken strookjes
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Video
PP met vragen
Slide 44 - Slide
Je hebt een afspraak.
Daarom kom je een beetje later op school.
Schrijf een bericht aan je docent.
Leg uit dat je een afspraak hebt en dat je later komt.
Voorbeeld:
Ik kom een beetje later. Ik heb een afspraak met…
h.heuvel@msa.nl
Slide 45 - Slide
Schoolwerk
Beginnen met DISK thema 2 'bellen en mailen'
Mail sturen naar de docent met afspraak.
h.vandenheuvel@haarlemmermeerlyceum.nl
Slide 46 - Slide
Goed gedaan!
Slide 47 - Slide
Veel succes met de toets!
Slide 48 - Slide
More lessons like this
Wk 6, les 2: het aanwijzend voornaamwoord / het demonstratief pronomen
October 2022
- Lesson with
37 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
DISK thema 3 woorden roze
May 2022
- Lesson with
19 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Disk thema 3
January 2022
- Lesson with
16 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 6
6 februari
February 2024
- Lesson with
14 slides
Woorden DISK thema 2 gemeente-morgen
January 2024
- Lesson with
17 slides
NT2
ISK
Dag 2 - bellen en mailen - roze
March 2024
- Lesson with
21 slides
Disk thema 2 bellen en mailen introductie deel 1
November 2022
- Lesson with
14 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 6
Disk thema 2, les 1
November 2022
- Lesson with
16 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 6