Regelmatige werkwoorden op -er in het Frans

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bande-annonce
Sur les chemins noirs

1) Le personnage principal, pourquoi a-t-il changé de vie ?

2) Comment était sa vie avant ?

3) Comment est sa vie après ?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

les pays en français

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Les vacances, tu as été où?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Réponds:
Qu'est-ce que tu as fait cet été?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Regelmatige werkwoorden op -er in het Frans

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de regelmatige werkwoorden op -er in het Frans vervoegen in de présent, de imparfait, de passé composé en de futur.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over regelmatige werkwoorden op -er in het Frans?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Donner 3 verbes réguliers!

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

ê +
- in

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

schrijf de eerste drie vormen van het rijtje van avoir op

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf de laatste drie vormen van het rijtje van avoir op.

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Que savez-vous déjà sur les verbes réguliers en -er ?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Wat weet je al over regelmatige werkwoorden op -er in het Frans?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf de eerste drie vormen van het rijtje van être op

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Schrijf de laatste drie vormen van het rijtje van être op

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Maak nu zelf 2 verleden tijden, 1 met être en 1 met avoir.

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Regelmatige werkwoorden op -er
Regelmatige werkwoorden op -er zijn een grote groep werkwoorden in het Frans.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De présent
In de présent vervoeg je een regelmatig werkwoord op -er door de -er af te halen (dat is de stam) en de volgende uitgangen toe te voegen: -e, -es, -e, -ons, -ez, -ent.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De imparfait
De imparfait maak je door -ons van de nous-vorm in de présent  
af te halen en de volgende uitgangen toe te voegen: 

-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De passé composé
In de passé composé vervoeg je een regelmatig werkwoord 
op -er  meestal met de hulpwerkwoord 'avoir' en het voltooid deelwoord.
Soms gebruik je het hulpwerkwoord 'être'.
(zie het "être huis")

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De futur
In de futur vervoeg je een regelmatig werkwoord op -er door de infinitiefvorm te gebruiken en de volgende uitgangen toe te voegen: -ai, -as, -a, -ons, -ez, -ont.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
Laten we nu oefenen met het vervoegen van regelmatige werkwoorden op -er in verschillende tijden.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Vandaag hebben we geleerd hoe je regelmatige werkwoorden op -er vervoegt in de présent, de imparfait, de passé composé en de futur.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 26 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.