5V - week 49 les 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Week 39

- hw = LGC hoofdstuk 9 tm 11

- grammaire C: delend lidwoord

- écrire C: ex. 42a

LGC

ch. 9: 

- De jongens willen niet meer trillen/blozen als oma hen uitscheldt. Wat is hun strategie om dit kwijt te raken?

- Bedenk twee oude woorden die ze verleren.

- Wat doen ze met deze oude woorden?

Ch. 10

- Wanneer zijn deze gebeurtenissen gebeurd?

- Wat wil vader?

- Wat wil moeder?

- Hoe krijgt moeder (en de jongens) toch hun zin?

- Wat is het beroep van vader?

- Blijft de school open?

ch. 11

- Ze moeten betalen voor de schoolspullen. Wat speelt zich in de winkel af?

- Betalen ze uiteindelijk?

l'article défini

l'article indéfini

le

la

l'

les

un

une

des

Wanneer gebruik je een delend lidwoord?

Welke lidwoorden gebruik je na een woord van hoeveelheid?

Wanneer gebruik je deze lidwoorden ook?

Welk lidwoord gebruik je na de ww aimer / détester / adorer / préférer / haïr / supporter

Vul de juiste lidwoorden in op de lege plekken.

Vous faites .... bruit. Chut! Ne faites pas .... bruit. Un peu .... silence, s'il vous plaît. Il y a .... gens qui travaillent.

Vous avez .... chance, vous avez beaucoup .... chance si vous avez .... amis qui ont .... relations et .... influence.

Mon père est retraité, il a .... temps libre, c'est vrai, mais il trouve qu'il a beaucoup trop .... temps libre.

Als je iets in het algemeen bedoelt, gebruik je in het Frans het bepaalde lidwoord.

bijvoorbeeld

Brood is gezond

 Le pain est sain

Meisjes kletsen voortdurend

Les filles bavardent tout le temps

..... Français aiment les baguettes, mais .......... Japonais préfèrent les sushis.

Ils participent à .......... compétitions.

J'ai ............ dizaines ....... amis à l'école.

Nous buvons ........... bouteille .......... eau tous les jours.

J'adore .......... compétitions, mais je déteste ............ jeux.

......... athlètes ne mangent pas .......... bonbons.

Ce n'est pas ........... bonne habitude.

Grammaire C

-  ex. 37/38, 42a nakijken

37

42a

Ecrire C

 ex. 42b en 43 maken