Les 4 Lezen - Samenhang

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Planning

- Leeskwartier

- Herhaling tekstsoorten

- Opdracht Studiereader

- Quiz

www.nieuweoogst.nl

In de taal worden allerlei signaalwoorden gebruikt om verbanden te leggen.  

Als iemand praat hoor je ook allerlei signaalwoorden en tekstverbanden. 

Voorbeelden van (tekst)verbanden:

• een verband tussen (twee) alinea's
  
• een verband tussen twee zinnen
  
• een verband ìn een zin

Opsomming: Mark houdt van appels, peren en sinaasappels.

Opsomming: Mark houdt van appels, peren en sinaasappels.

Tegenstelling: Anna houdt van koeien, maar ze is geen boerin.

Opsomming: Mark houdt van appels, peren en sinaasappels.

Tegenstelling: Anna houdt van koeien, maar ze is geen boerin.

Tijdsvolgorde: Ik ga eerst de woonkamer opruimen, daarna ruim ik de zolder op.

Voorbeeld: Je kunt bij veel bedrijven stagelopen, bijvoorbeeld bij een geitenhouderij

Voorbeeld: Je kunt bij veel bedrijven stagelopen, bijvoorbeeld bij een geitenhouderij

Oorzaak-gevolg: Het is vanavond koopavond, daardoor kan het drukker zijn op de weg.

Voorwaarde: Als je nul tekorten staat, dan ga je sowieso over naar het tweede leerjaar 

Hij mag vanavond naar de bioscoop, mits hij zijn huiswerk af heeft.

Maken Studiereader 2F

Thema 1  - Hoofdstuk 1 Lezen: Opdracht 11

Thema 2 - Hoofdstuk 2 Lezen: Opdracht 1 tot en met 8

https://quizizz.com/admin/quiz/6332ab02c1aa7f001e4b39dd?source=quiz_share