Huidverbeterende massage les 2 zenuwstelsel deel 1

Les 3: Huidverbeterende massage. Het zenuwstelsel deel 1.  
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 3: Huidverbeterende massage. Het zenuwstelsel deel 1.  

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesinhoud
* Terugblik vorige les en kennisquizz                                                             
* Zenuwstelsel deel 1                                                                                            


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd in de vorige les?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat weet jij al over het zenuwstelsel?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Het zenuwstelsel
  • Bestaat uit zenuwweefsel
  • Vormt samen met andere weefsels een netwerk 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De functies van het zenuwweefsel
  • Het vangt prikkels op
  • Verwerkt ze 
  • Geeft impulsen door
  • Begeleiden van de antwoordprikkels = reactie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Ziet hier een neuron
Cellichaam -> Elk neuron heeft een cellichaam waarin zich de kern bevindt. Op deze plaats worden de substanties aangemaakt die nodig zijn voor het onderhoud en de functie van een zenuwcel.
Celkern -> In de kern is de genetische code, ofwel het DNA opgeslagen, die bepaalt hoe de cel zich ontwikkelt en werkt.
Dendrieten -> Meerdere korte celuitlopers, deze geleiden de impuls naar het cellichaam.
Axon -> één lange uitloper die zich uitstrekt naar een ander neuron, spier of klier.
Myeline -> Wit vettig materiaal dat zich om het axon bevindt en onder andere dient ter isolatie. De myeline maakt snellere impulsgeleiding mogelijk.
Synaps -> Is een speciaal gebied waar de zenuwprikkels van de ene zenuw overgaan op de andere. Hier kunnen twee zenuwcellen communiceren. Dit gebeurt door het vrijkomen van chemische stoffen, de neurotransmitters.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Neurieten/axonen
  • een  aanwezig
  • geleiden prikkels af
  • beschermt door de myelineschede
  • lange uitlopers

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Dendrieten
  • Korte uitlopers
  • geleiden prikkels naar het zenuwlichaam toe
  • Meerdere dendrieten in een zenuwcel 

Slide 10 - Slide

via de dendriet neemt de zenuwcel druk waar
deze prikkel wordt langs de axon ofwel de neurieten geleid en via de synaps doorgegeven aan een volgende zenuwcel

Slide 11 - Slide

Dendrieten ontvangen impulsen (prikkels), 
het cellichaam verwerkt de impulsen (prikkels) 
de axon verzendt impulsen (prikkels). De plek waar de impulsen (prikkels) overspringen naar de volgende zenuwvcel wordt de synaps genoemd. Dit gebeurt door de chemische stof neurotransmitter. Neurotransmitter stimuleerd de prikkelgeleiding.
Myelineschede/
mergschede
  • vetachtige stof met een isolerende werking 

Slide 12 - Slide

Met mergschede omhulde axonen/neurieten noem je ook wel dikke vezels of onthoud deze gemyeliniseerde vezels. zorgen voor snelle prikkelgeleiding rustige en zachte massage technieken.
Ongemeyeleiniseerde dunne vezels zijn niet omgeven door een mergschede trage geleiding MS vb
gewebschwach hardere scherpere techniek

Bindweefseltechnieken
Dikke vezels (gemyeliniseerde)
  • Geprikkeld door rustige zachte massage technieken 
  • Prettige en ontspannen ervaring
Dunne vezels (ongemeyliniseerde)
  • Geprikkeld door harde scherpe technieken
  • “pijn sensatie” niet juist maar “weefselschade’
  • Schade wordt geregistreerd
  • Kan reflexkringen in het zenuwstelsel opstarten
  • Fehl reactie


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Motorische eindplaatje
Dit is een synaps die zich bevindt op de overgang tussen spiercellen en motorische zenuwvezels, en die zorgt dat het zenuwsignaal wordt omgezet in een signaal waardoor de spier gaat samentrekken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

De verschillende zenuwen
  • Sensorische zenuwcellen (gevoelszenuw): hier gaan prikkels vanuit de zintuigen/huid/slijmvliezen naar de hersenen
  • Motorische zenuwcellen (bewegingszenuw): geleiden de prikkels/opdrachten vanuit de hersenen naar spieren en klieren.
  • Gemengde zenuwen zijn zenuwen die zowel motorische als sensorische zenuwen bevatten.

Slide 17 - Slide

Denk hierbij aan een ruggenmergzenuw, deze moet namelijk sensorische en motorische informatie kunnen ontvangen en verzenden zodat armen en benen kunnen functioneren. Ze kunnen met elkaar communiseren door middel van schakelneuronen.
Grensstrengen
Impulsen vanuit het ruggenmerg worden via deze grensstrengen naar de organen geleid. De grensstrengen komen in tweevoud voor: zowel links als rechts van de wervelkolom en bestaan uit zenuwknopen, ook wel ganglia genoemd. Vanuit deze ganglia lopen zenuwen naar de organen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zonnevlecht/
Plexis solaris
PLEXUS betekent VLECHT
 De plexus solaris ligt boven in de buikholte tussen de alvleesklier en de grote lichaamsslagader. 

De plexus solaris is een vlechtwerk van zenuwen die als zonnestralen naar de organen in de buikholte lopen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Prikkelontvangers
Receptoren
  • Lichaampjes van Meissner 
  • Lichaampjes van Merkel 
  • Lichaampjes van Vater-pachini

  • Zintuigen

Slide 20 - Slide

warmte, koude, druk of pijn. De grote lichaampjes van Vater-Pacini liggen in het binnenste deel van de huid Deze receptoren zijn gevoelig voor druk en voorzien de hersenen van informatie over waar en hoe het lichaam beweegt.  

lichaampjes van Meissner liggen verspreid door belangrijke delen van het lichaam, zoals de vingertoppen en handpalmen. Het zijn de eindorgaantjes van de ‘tastzenuwen’ in de huidpapillen en hun belangrijkste functie bestaat uit het geven van waarschuwingen aan het lichaam over wanneer en waar de huid wordt aangeraakt. 
De cellen van Merkel zijn platte orgaantjes die door het hele lichaam zijn verspreid in dezelfde gebieden als de lichaampjes van Meissner. Men neemt aan dat wanneer de receptoren worden gestimuleerd, er een gestage stroom impulsen vanuit deze receptoren naar de hersenen wordt gestuurd. De hersenen worden zo geïnformeerd over aanraking. De meest raadselachtige receptoren zijn de Ruffini lichaampjes en de lichaampjes van Krause. 
deze receptoren fungeren als het alarmsysteem van het lichaam. Ze zijn gevoelig voor warmte, koude, druk en pijn.
Wat maakt prikkeloverdracht mogelijk
Om een prikkeloverdracht mogelijk te maken ontstaat er als reactie op een prikkel een neurotransmitter

  • Acetylcholine werkt bloedvatverwijdend
  • Nor-adrenaline werkt bloedvatvernauwend

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vragen?????

Slide 22 - Slide

This item has no instructions