CH 1 H persoonlijke voornaamwoorden

pers. voornaamwoord.
het persoonlijk voornaamwoord
in het Frans
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

pers. voornaamwoord.
het persoonlijk voornaamwoord
in het Frans

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

JIJ =
A
il
B
elle
C
je
D
tu

Slide 4 - Quiz

IK =
A
il
B
elle
C
je
D
tu

Slide 5 - Quiz

HIJ =
A
il
B
elle
C
nous
D
tu

Slide 6 - Quiz

ZIJ =
A
je
B
elle
C
il
D
tu

Slide 7 - Quiz

MEN, WIJ =
A
nous
B
elle
C
vous
D
on

Slide 8 - Quiz

WIJ =
A
nous
B
vous
C
il
D
ils

Slide 9 - Quiz

IK
JIJ
HIJ
ZIJ
MEN / WIJ
       je
     tu
        il
     elle
      on

Slide 10 - Drag question

JULLIE / U =
A
nous
B
vous
C
elles
D
ils

Slide 11 - Quiz

ZIJ (mnl. mv) =
A
il
B
vous
C
elles
D
ils

Slide 12 - Quiz

ZIJ (vrl. mv) =
A
nous
B
vous
C
elles
D
ils

Slide 13 - Quiz

WIJ
JULLIE
  / U
ZIJ  (mnl. mv.)
ZIJ   (vrl. mv.)
MEN / WIJ
    vous
        ils
     elles
    nous
      on

Slide 14 - Drag question

WIJ
JULLIE
  / U
ZIJ
(m. mv.)
ZIJ 
(v. mv.)
MEN / WIJ
IK
JIJ
HIJ
ZIJ
   vous
   ils
  elles
  nous
   on
   je
  tu
    il
   elle

Slide 15 - Drag question

Nederlands

ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
men heeft / wij hebben



Frans

j'ai
tu as
il a
elle a
on a

Slide 16 - Slide

Nederlands

wij hebben
jullie hebben / u heeft
zij hebben (mmv / gmv)
zij hebben (vmv)




Frans

nous avons
vous avez
ils ont
elles ont

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video