Triage Duizeligheid DA

1 / 45
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je weet welke soorten duizeligheid er zijn
  • Je weet de uitingen van de soorten duizeligheid
  • Je weet de triagecriteria te koppelen
  • Je weet hoe je de gaat stellen vanuit de NHG Triagewijzer 
  • Je weet de juiste (tussentijdse) adviezen te kunnen geven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt het?

Gevoel van evenwicht bepaald door evenwichtsorgaan in binnenoor + hersenen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Filmpje draaiduizeligheid evenwichtsorgaan

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Betekenis afkorting BPPD
Benigne Paroxismale Positie Draaiduizeligheid

Benigne betekent 'goedaardig/ongevaarlijk'
Paroxismale staat voor 'in aanvallen optredend'.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

BPPD
BPPD = Aanvalsgewijze positieduizeligheid (benigne paroxismale positie duizeligheid)

*Kortdurende maar hevige draaiduizeligheid na bewegen van het hoofd
* Oorsuizen
* Misselijkheid en braken
* Transpireren: 
* Schokkende oogbewegingen
Oorzaak : losraken van gehoorsteentjes door trauma, infectie of ouder worden

     


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Neuritis vestibularis
  • Werkt tijdelijk 1 van de evenwichtsorganen niet
  • Heftige draaiduizeligheid bij bewegen
  • Eerste advies: in bed te blijven liggen (vaak met gesloten   ogen) 
  • Zodra het gaat probeer te bewegen 
  • Vaak binnen 1 week weer over

Slide 11 - Slide

Vaak te maken met luchtweginfectie.
Uit zich vooral tussen de 20-60jaar

- Enkele dagen draaiduizelig
- overgeven
- minder kleur in gezicht
- gesloten ogen in bed.
De ergste klachten verdwijnen meestal binnen een week. Bij sommige mensen duren de klachten langer, ze zijn nog weken tot maanden sneller duizelig.


Medicatie misselijkheid: (supp.)
metoclopramide
= domperidon
Ziekte van Menière
* Plotselinge draaiduizeligheid
* 1 kant gehoorvermindering 
* Oorsuizen
* Braken
* Transpireren
* Angst 
* Valneiging → ≠ in rechte lijn lopen 
* Schokkende oogbewegingen 
 Zeldzame aandoening , oorzaak ligt bij evenwichtsorgaan. Te veel vocht in evenwichtsorgaan

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak Ménière
Bij de ziekte van Ménière zit er waarschijnlijk te veel vloeistof in het evenwichts-orgaan. Waarom dat zo is weten artsen niet.

Je hebt 2 evenwichts-organen. Ze zitten binnen in het oor. Het zijn buisjes met vloeistof erin die zorgen voor je evenwicht.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

CVA/TIA/ infarct
  • = Beroerte
  • Kan draaiduizeligheid veroorzaken + neurologische uitval
  • Het is een arteriële afsluiting
  • TIA --> herstel binnen 24 uur
  • CVA--> herstelt niet
  • Hier gaan we niet te diep op in. Onderwerp komt geheel aan bod bij neurologische uitval.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Duizeligheid als een licht gevoel en flauw vallen:
Vasovagale Collaps:
- (Gevoel) flauw te vallen door tijdelijk te weinig bloedtoevoer naar het hoofd. Ook zweten, licht in het hoofd.
- Door (hevige) emotie, hitte, lang staan of slecht eten OF ernstige oorzaak --> hart, hersenen, longembolie 
- Hoofd tussen benen, gaan liggen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Orthostatische klachten

- Duizeligheid bij opstaan
- Duurt 5-10 seconden
- Lage bloeddruk of medicijnen tegen hoge RR
- Langzaam opstaan helpt!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Duizeligheid bij bejaarden

Vaak door medicijnen of vaatvernauwing door ouderdom waardoor minder zuurstof naar hoofd.
*  Duizeligheid /licht in het hoofd worden
 * Onvast gevoel op de benen
 * (sterk) Verminderd zicht
*  Flauwvallen

Meer kans op botbreuken!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

  1. Kunt u duizeligheid beschrijven?
  2. Heeft u scheef gelaat? Uitval of verandering spraak?
  3. Heeft u last van coördinatiestoornissen?
  4. Reageert u sloom, minder alert?
  5. Heeft u hoofdpijn?
  6. Gevoel hartslag anders is?
  7. Iets veranderd aan gezichtsvermogen?
  8. Geeft u over?

Vragen Ingangsklacht Duizelig
  1. Kunt u duizeligheid beschrijven?
  2. Heeft u scheef gelaat? Uitval of verandering spraak?
  3. Heeft u last van coördinatiestoornissen?
  4. Reageert u sloom, minder alert?
  5. Heeft u hoofdpijn?
  6. Gevoel hartslag anders is?
  7. Iets veranderd aan gezichtsvermogen?
  8. Geeft u over?








Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van vegetatieve verschijnselen?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Verschijnselen die patiënt niet bewust kan controleren. Ook bv bij hartaanval

Voorbeelden van vegetatieve verschijnselen
  •  Misselijkheid
  •  Zweten 
  •  Grauwe kleur
  • Bleek zien

 Vraag bij duizeligheid altijd goed door naar andere klachten én wees alert op vegetatieve verschijnselen. Vegetatieve verschijnselen verhogen altijd de urgentie.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van flauwvallen?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Duizelig en andere klachten
Kijk bij duizeligheid i.c.m. : 
(meeste klachten/ ernstigste klacht)
- Pijn op de borst bij thoraxklachten
- Uitval arm, been of spraak of dubbelzien bij neurologische klachten
- Abnormale hartslag bij hartkloppingen
- Na ongeval bij trauma schedel

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Alarmsignalen
- Pijn op de borst
- Apathisch / vegetatieve verschijnselen
- Hoofdpijn
- Onregelmatige hartslag
- Verandering in gezichtsvermogen
- Braken
- Recent ongeval of schedeltrauma
- Neurologische uitval


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

CASUS
Je wordt gebeld door Rolf Duifhuizen. Hij voelt zich duizelig en licht in zijn hoofd. Hij heeft geen last van neurologische uitval of coördinatiestoornissen. Je hoort dat hij snel en oppervlakkig ademhaalt. Hij heeft ook tintelingen in zijn lippen en handen.
Welke vervolgactie kies je?
A
Direct ambulance waarschuwen ( U1)
B
Binnen 1 uur beoordeling door een arts ( U2)
C
Binnen enkele uren beoordeling door een arts (U3)
D
Beoordeling door een arts is niet nodig of kan wachten (U5)

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Je kiest voor U5: beoordeling door een arts is niet nodig of kan wachten. De klachten die Rolf beschrijft zijn geen triagecriteria voor levenbedreigend (U1), spoed (U2) of dringend (U3).
De klachten klinken als .............

Te snel ademhalen kan zorgen voor duizeligheid. Geef Rolf het advies om rustig te ademen, 3 seconden in en 6 seconden uit.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke vervolgactie kies je?
A
Binnen een uur beoordeling door een arts (U2)
B
Binnen enkele uren beoordeling door een arts (U3)
C
Beoordeling door een arts is niet nodig of kan wachten (U5)
D
Gelijk ambulance bellen U0

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Je kiest voor U2: binnen een uur beoordeling door een arts. Mevrouw Pappas heeft hevige hoofdpijn die ze nooit eerder heeft gehad. Ze geeft de hoofdpijn een 8. Hevige en onbekende hoofdpijn is een triagecriterium voor U2. Je kiest dan voor de hoogste urgentie.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Welk onderzoek kun je als assistent als 1ste doen als een patiënt met klachten van duizeligheid komt ?
A
Otoscopie
B
Bloeddruk meten
C
Ontstekingswaarde meten
D
Hartfilmpje maken

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer moet iemand met de ziekte van Ménière contact opnemen met de huisarts?
A
Als de klachten regelmatig terug komen en hier moeilijk mee om te gaan is. Met plotselinge doofheid of als de doofheid erger wordt.
B
Als een aanval anders is dan gewend of langer duurt dan twee weken.
C
Als u bij de plotselinge duizeligheid niet recht kunt lopen of als u veel hoofdpijn heeft.
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een belangrijke oorzaak voor duizeligheid bij ouderen?
A
Alcohol
B
Geneesmiddelen
C
Menstruatie
D
Oorsuizen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Contactadvies bij duizeligheid?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Mw. Pieters belt. Ze is erg draaiduizelig en geeft aan last te hebben van oorsuizen aan 1 kant. Waar denk je aan?
A
Orthostatische klachten
B
Ziekte van Ménière
C
BPPD
D
Oorontsteking

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Bij verdenking CVA of TIA stel je bepaalde vragen. Welke kunnen dat zijn?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Welke adviezen kun je geven aan een patiënt die hyperventileert?

Slide 41 - Open question

Een patiënt die hyperventileert kun je adviseren om rustig adem te halen: 3 seconden in en 6 seconden uit. Afleiding kan ook helpen, bijvoorbeeld door met iemand te praten of kniebuigingen te maken. In een papieren of plastic zak ademhalen of het hoofd tussen de knieën brengen, helpt niet.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan een patiënt flauwvallen voorkomen als hij het nog een keer voelt opkomen?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Opdracht: Casus
We gaan klassikaal casus oefenen. 1 student start

Slide 45 - Slide

This item has no instructions