G&W, periode 4. les 2

G&W, periode 4. les 2
1 / 39
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

G&W, periode 4. les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn tekenen van abnormaal gedrag bij katten?
A
Normaal eten
B
Overmatig miauwen
C
Agressie
D
Slapen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan abnormaal gedrag bij katten worden behandeld?
A
Gedragstherapie
B
Speelgoed
C
Medicatie
D
Voedselverandering

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn mogelijke oorzaken van abnormaal gedrag bij katten?
A
Ziekte
B
Honger
C
Pijn
D
Stress

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat kan een eigenaar doen om abnormaal gedrag bij een paard te verminderen?
A
Meer stressvolle situaties creëren.
B
Verrijking van de leefomgeving bieden.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn mogelijke tekenen van abnormaal gedrag bij een paard?
A
Langdurig rondjes lopen in de stal.
B
Regelmatig hinniken naar andere paarden.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Sterke motivatie
Alle dieren beschikken over een sterke motivatie om bepaalde gedragingen uit te voeren, ook gehouden dieren. Als jij een dier houdt, moet jij ervoor zorgen dat het dier alle gedragingen die voortkomen uit zo’n sterke motivatie kan uitvoeren. Voorbeelden van dat soort gedrag zijn het wroeten van een varken en het afleggen van grote afstanden van een ijsbeer. Als je een varken niet laat wroeten of een ijsbeer niet de kans geeft grote afstanden af te leggen, gaat dat ten koste van het welzijn van die dieren. Dit soort gedragingen zijn van oudsher in de evolutie belangrijk voor het in stand houden van de soort en zijn daardoor op zichzelf al ‘belonend’. Als een dier dergelijk gedrag niet kan uitvoeren, neemt de kans toe dat het afwijkend gedrag ontwikkelt.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Beschadigend gedrag
Beschadigend gedrag is gedrag waarbij het dier zichzelf (= automutilatie) of een ander dier of mens (= allomutilatie) schade toebrengt. Het is gedrag dat voorkomt uit natuurlijk gedrag dat niet op een normale manier uitgevoerd kan worden. Je noemt het ook wel ‘omgericht gedrag’. Staartbijten bij varkens en verenpikken bij leghennen zijn hier voorbeelden van. Met ingrepen als couperen van staarten bij vleesvarkens en het verwijderen van de snavelpuntjes bij leghennen, beperk je de ernstigste gevolgen van beschadigend gedrag. Mensen kunnen onbewust dieren beschadigend gedrag aanleren. Een verzorger kan een dier onbewust belonen voor het vertonen van agressief gedrag. Denk maar aan een jonge hond die bijt als je zijn speeltje wil afpakken. Als je op dat moment je hand terugtrekt, beloon je de hond. Hij heeft nu geleerd dat als hij bijt, hij zijn speeltje mag houden.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

Apathisch gedrag
Een dier dat apathie vertoont, heeft geen belangstelling voor zijn omgeving en een gebrek aan motivatie en emotie. Apathie ontstaat wanneer een dier te veel chronische stress ondervindt en zich niet meer kan aanpassen aan de veranderingen in de omgeving. Het is een manier om te ontsnappen aan stress, angst en conflicten. Het dier doet niks meer om de situatie te redden en verstart.
Apathie mag niet verward worden met bevriezen, een gedrag dat een dier vertoont als het bijvoorbeeld aangevallen wordt door een vijand. Bij bevriezen beweegt het dier niet, maar is het zich goed bewust van zijn omgeving en is het alert. Dat is bij apathie niet het geval.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

Stereotiep gedrag
Een voorbeeld van afwijkend gedrag is stereotiep gedrag. Dit is gedrag dat geen duidelijk doel of duidelijke functie heeft en continu herhaald wordt. Voorbeelden zijn kribbebijten bij paarden of steeds dezelfde rondjes lopen bij dieren in de dierentuin. Stereotiep gedrag is een manier om met stress om te gaan. Het heeft tot op zekere hoogte een kalmerend effect op het dier tijdens het uitvoeren van het gedrag. Op langere termijn heeft het gedrag echter vaak negatieve effecten. Het dier kan er namelijk gezondheidsklachten door krijgen. Zo slijt het gebit van een kribbebijtend paard sneller dan normaal en scheuren de nagels van een wevende olifant vaker dan normaal.

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is een stereotype gedrag van een paard?
A
Luchtzuigen
B
Kannibalisme
C
Staartbijten
D
Oorbijten

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Geef aan wat voor soort afwijkend gedrag het dier laat zien.

Een hyena die steeds over hetzelfde pad in zijn verblijf op een neer loopt



A
Conflict gedrag
B
Zelfbeschadigend
C
Apathisch
D
Stereotiep

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

wat is apathisch gedrag ?
A
gedrag dat een dier laat zien bij gevaar
B
het ontbreken van een zichtbare reactie op prikkels
C
gedrag dat geen duidelijk doel heeft

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welk afwijkend gedrag zien we op de afbeelding?
A
Stereotiep gedrag
B
Apathisch
C
Gestoord gedrag
D
Kaalplukken

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is stereotiep gedrag?
A
Normaal gedrag wat een dier laat zien
B
Afwijkend gedrag wat een dier laat zien
C
Het gedrag wat en dier laat zien bij de geboorte
D
Gedrag wat een dier laat zien als de radio te hard staat

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Opdracht Poster

Inleveren 2 april 2024

Presenteren 4 april. 
Bij presentatie computer niet toegestaan. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions