gaswisseling:
- de wanden van de longblaasjes en haarvaatjes zijn heel dun
- zuurstof en koolstofdioxide kunnen gemakkelijk door deze wanden heen: gaswisseling
- zuurstof gaat vanuit de longblaasjes naar de haarvaten het bloed in
- koolstofdioxide gaat van de haarvaten naar de longblaasjes en wordt weer uitgeademd