Les 5

Les 5
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2HBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 5

Slide 1 - Slide

Tekst blue zones blz. 64 en 65 

Vertel over de tussenkopjes 

Probeer kort samen te vatten waar de alinea's over gaan.

Beschrijf dit in 1 zin.

Slide 2 - Slide

Zouden
Uitleg: zouden blz. 66

Het werkwoord zouden gebruiken we voor:
A een wens
B een beleefde vraag
C een irrealis (een hypothetische situatie)
Zinsstructuur met het werkwoord zouden.

Slide 3 - Slide

                                                      De vormen van zouden:
                                                      ik/jij/u/hij/zij/het zou
                                                      wij/jullie/zij zouden







(gewone zin)
Wil je mij helpen?
Kunt u de biologische drinkyoghurt voor mij pakken?
willen jullie wat rustiger zijn?
Mag ik van iemand een pen lenen?
Kunnen we hier zitten?
(Zinstructuur met zouden)
Zou je mij willen helpen?
Zou u de biologische drinkyoghurt voor mij kunnen pakken?
Zouden jullie wat rustiger willen zijn?
Zou ik van iemand een pen mogen lenen?
Zouden we hier kunnen zitten?

Slide 4 - Slide

Bespreken huiswerk
opdracht 11, 16A, 21 en 22
De schrijfopdracht

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Reflexieve werkwoorden/ reflexive verb


subjectvorm
reflexief pronomen
ik
me
jij/ je
je
u
u/ zich
hij, zij/ ze
zich
wij/ we
ons
jullie
je
zij/ze
zich
zich vergissen

Ik vergis me.
Jij/ je vergist je.
U vergist zich.
Hij vergist zich.
Zij/ ze vergist zich.
Wij/we vergissen ons.
Jullie vergissen je.
Zij/ze vergissen zich. 



Slide 8 - Slide

Vul het juiste reflexiel pronoom in:
me - je - u/ zich - ons
Ik kan het ...... niet meer herinneren.

Slide 9 - Open question

Je vergist .........

Slide 10 - Open question

Ze voelt ....... al een beetje thuis.

Slide 11 - Open question

Hebben jullie ....... al voorgesteld?

Slide 12 - Open question

Ze hebben......... nog niet voorgesteld.

Slide 13 - Open question

Wij vervelen .........

Slide 14 - Open question

Ik meld ..... aan

Slide 15 - Open question

Onregelmatige werkwoorden

1 schrijven (imperfectum) Hij ............. een brief aan zijn moeder.
2 lopen (imperfectum) Wij ......... naar de bus.
3 winnen (perfectum) Zij mv .......... gisteren ...............
4 worden (presens) Ik .......... morgen 40 jaar.
5 opzoeken (perfectum) ........ je dat woord .............?

Slide 16 - Slide

Huiswerk 
Maak opdracht 15 en 16A blz. 67 en 68
Huiswerk:

Vraag naar de gezonde levensstijl van iemand.
Wat doe je om gezond te blijven?

Hoofdstuk 3 
Lees blz. 76 en 77
Leer de vocabulaire
M opdracht 1, (2 en 3)

Kijk een film met Nederlandse ondertiteling optioneel

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide