H1 taalverzorging samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Lesboek
• Schrift
  
• 1-blikagenda
• Laptop (open, meld je alvast aan)
• Pen

• Uitleg boekverslag
• Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp, gezegde

Vorige les

H1 Taalverzorging (grammatica)

H1 Woordenschat

Na de lessen deze week...

• kun je de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde in een korte zin vinden.
  
• kun je samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen.
• kun je de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

• ken je de betekenis van de woorden en uitdrukkingen in de paragraaf.

Doel

Maandag 4 oktober:

• H1, taalverzorging (grammatica, blz. 28 en 29): opdr. 3, 4 en 5
  
• H1, taalverzorging (grammatica, blz. 30 en 31): opdr. 1, 2 en 3
• Lezen in leesboek

Maandag 11 oktober: S.O. taalverzorging (grammatica en spelling) H1 (1x)

• blz. 28 t/m 33

Dinsdag 26 oktober: proefwerk H1 (2x)  

• Lezen, woordenschat en taalverzorging (alle paragrafen, dus blz. 28 t/m 33)

Woensdag 27 oktober: adviesinleverdatum boekverslag (1x)

Leg je schrift open bij:

• H1, woordenschat: opdr. 1 t/m 8
• H1, taalverzorging: opdr. 1 en 2

Huiswerk

Je kunt samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen.

Je kunt de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden.

Doel

Twee tweelingbroers zijn op dezelfde dag vader geworden van een dochtertje.

Pv =

Ow =

Gez =

Persoonsvorm, onderwerp en gezegde

Twee tweelingbroers zijn op dezelfde dag vader geworden van een dochtertje.
Pv =

Twee tweelingbroers zijn op dezelfde dag vader geworden van een dochtertje.
Ow =

Twee tweelingbroers zijn op dezelfde dag vader geworden van een dochtertje.
Gez =

Schrijf in 1 minuut een zo lang mogelijke, logische zin. Gebruik en, of, maar, want. Je maakt deze opdracht alleen en in stilte.

Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.

Mijn band is lek. Ik loop naar huis.

Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas. 

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister. 

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis. 

Samengestelde zinnen

Losse zinnen

Welke zinnen lezen fijner in een verhaal? 

Wat zie je?

Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.

1. 2 losse zinnen
2. 1 samengestelde zin

Wat zie je?

In de stortregen zoeken de scholieren een bushokje, zodat ze kunnen schuilen.

1. 2 losse zinnen
2. 1 samengestelde zin

Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.

Mijn band is lek. Ik loop naar huis.

Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis

Samengestelde zinnen

Losse zinnen

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 

Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.

Mijn band is lek. Ik loop naar huis.

Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis

Samengestelde zinnen

Losse zinnen

2 persoonsvormen

2 persoonsvormen

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 

Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.

Mijn band is lek. Ik loop naar huis.

Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis

Samengestelde zinnen

Losse zinnen

2 persoonsvormen

2 persoonsvormen + 1 voegwoord

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 

Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister. 

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis. 

Samengestelde zinnen

voegwoorden: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus

Waarom is dit geen samengestelde zin? Wat mist er?

Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.

Persoonsvormen:

Voegwoord

In de stortregen

zoeken

de scholieren

een bushokje

zodat

ze

kunnen

schuilen.

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.

Persoonsvormen:

Voegwoord

John

kan 

niet meer

pinnen

want

hij 

is

zijn pincode

vergeten.

Wat?

• H1, taalverzorging: opdr. 1, 2 en 3 (blz. 30/31)

Hoe?

• Boek + schrift

Klaar? 

• Nakijken (antwoordenboekje voorin)
• H1, taalverzorging: opdr. 3, 4 en 5 (blz. 30 en 31)
• Woordenlijst oefenen (Quizlet, SOM bij les van vandaag)

Heb je hulp nodig?

Kijk eerst naar het stoplicht.

 

Rood? Stil. 

Begin even ergens anders.

Geel? Fluisterniveau. 

Vraag je buurman of buurvrouw.

Groen? Fluisterniveau. 

Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk

Je kent de betekenis van de woorden en uitdrukkingen in de paragraaf. 

Doel

Na deze les...

• kun je samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen. 
• kun je de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

Doel

Volgende les

Woensdag:

• weektaak afmaken en alvast nakijken
• Quizlet (woordenschat oefenen)
• Ben je nu al ver met de weektaak? Neem dan je leesboek mee.