H1 taalverzorging samengestelde zinnen 2e + 3e les (2Z)

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blikagenda






1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blikagenda






Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  • Samengestelde zin
  • Voegwoord
  • Persoonsvorm en onderwerp
Vorige lessen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions




H1 Taalverzorging (grammatica)





H1 Taalverzorging (spelling)





Na de lessen deze week...
  • kun je samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen.
  • kun je de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

  • kun je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spellen.
  • de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen.
Doel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weektaak voor maandag 25 oktober:
  • H1, taalverzorging: opdr. 1 t/m 3 (blz. 30 en 31)
  • H1, taalverzorging: opdr. 1 t/m 4 en 6 (blz. 32 en 33)

Toets grammatica en spelling H1 (2x) (blz. 28 t/m 33):
  • 2Z: woensdag 27 oktober
  • 2G/2M: dinsdag 26 oktober









Huiswerk

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Je kunt samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen.

Je kunt de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden.






Doel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
In de stortregen
zoeken
de scholieren
een bushokje
zodat
ze
kunnen
schuilen.

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
John
kan 
niet meer
pinnen
want
hij 
is
zijn pincode
vergeten.

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions





Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.


Mijn band is lek. Ik loop naar huis.






Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.


Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis




Samengestelde zinnen
Losse zinnen
2 persoonsvormen
2 persoonsvormen

Slide 8 - Slide

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 



Isa zit naast Anouk. Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk. Ik luister naar muziek.


Mijn band is lek. Ik loop naar huis.





Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.


Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister.


Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis




Samengestelde zinnen
Losse zinnen
2 zinnen
2 persoonsvormen
1 zin, 2 persoonsvormen
1 voegwoord

Slide 9 - Slide

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin? 
Isa zit naast Anouk en Mevrouw Rosink staat voor de klas.

Ik maak mijn huiswerk, terwijl ik muziek luister. 

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis. 
Samengestelde zinnen
voegwoorden: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de antwoorden in je schrift. Werk alleen.
1. Via internet worden veel films gedownload, maar je kunt er een hoge boete voor krijgen.
pv = ...... + ......
voegwoord = ......
2. Mijn mobiel is al een keer gevallen, dus heeft mijn moeder een hoesje gekocht.
pv = ...... + ......
voegwoord = ......
3. Terwijl Joost de folders in de wijk bezorgde, werd zijn fiets gestolen.
pv = ...... + ......
voegwoord = ......
Samengestelde zin: zoek de persoonsvormen en het voegwoord.
timer
1:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de antwoorden in je schrift.
  • 1. Via internet worden veel films gedownload, maar je kunt er een hoge boete voor krijgen.
  • pv = worden + kunt
  • voegwoord = maar
  • 2. Mijn mobiel is al een keer gevallen, dus heeft mijn moeder een hoesje gekocht.
  • pv = is + heeft
  • voegwoord = dus
  • 3. Terwijl Joost de folders in de wijk bezorgde, werd zijn fiets gestolen.
  • pv = bezorgde + werd
  • voegwoord = terwijl
Samengestelde zin: zoek de persoonsvormen en het voegwoord.
timer
1:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions



Opdr. 1
Vraag 1: pv = zoeken, kunnen + zodat
Opdracht 1, blz. 30

Slide 13 - Slide

This item has no instructions



Wat?
  • Nakijken vorige weektaak (blz. 28 en 29)
  • H1, taalverzorging: opdr. 1, 2 en 3 (blz. 30/31)

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar? 
  • Nakijken (antwoordenboekje voorin)
  • H1, taalverzorging: opdr. 1 t/m 4 en 6 (blz. 32 + 33)



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 



Rood? Stil. 
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions




H1 Taalverzorging (grammatica)





H1 Taalverzorging (spelling)





Na de lessen deze week...
  • kun je samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen.
  • kun je de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

  • kun je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spellen.
  • de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen.
Doel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.

Je kunt de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spellen.

Je kunt de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen.





Doel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Stelling: als je een diploma van de middelbare school hebt, moet je een tekst kunnen schrijven zonder fouten te maken in werkwoordspelling.

  • Stap 1: Denk in je eentje en in stilte na. Schrijf kort op wat jij vindt. (Eens/oneens, want...)
  • Stap 2: Bespreek met diegene naast je. Maak samen één antwoord, waar je het allebei mee eens bent.
  • Stap 3: We bespreken de antwoorden samen.
Wat vind jij? 
timer
1:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Iedereen begrijpt toch wat je schrijft? 
  • Waarom is het dan toch soms belangrijk? 
  • In welke situatie(s) is het belangrijk?
Waarom?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

  • Ik ______________ voor deze opdracht mijn oma. (interviewen, tt)
  • Hij ______________ hoe hij corona vond. (vertellen, tt)
  • Mijn moeder ______________  het werk vroeger leuk. (vinden, vt)
  • Wat ______________  jij? (vinden, tt)
Het schema

Slide 19 - Slide

This item has no instructions



Check:
  • pv
  • ik-vorm
  • hele werkwoord
  • tt
  • vt
  • sterk werkwoord
  • zwak werkwoord


Stappenplan werkwoordspelling:
  • Wat doe je als eerste? Wat is het allerbelangrijkste? 
Het schema

Slide 20 - Slide

This item has no instructions




  • Stap 1: Maak zin 1 t/m 5 alleen en in stilte. Schrijf de werkwoorden in je schrift.

  • Stap 2: Bespreek met je diegene naast je.  Maak samen één antwoord, waar je het allebei mee eens bent.

  • Stap 3: We bespreken de antwoorden samen.




1) Jelmer ____________ over de vele snoeren van zijn computer. (struikelen) (tt)

2) Ik ____________  mijn horloge in de vakantie. (verliezen) (vt)

3) Tijdens de lancering ____________  de NASA-raket. (ontploffen) (vt)

4) Vorig jaar ____________  Jeffrey in de skivakantie de smaak te pakken. (krijgen) 

5) Er ____________  vorig jaar geen ouders op de ouderavond. (komen)
Werkwoordspelling
timer
1:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

  • 1) Jelmer struikelt over de vele snoeren van zijn computer. (tt)

  • 2) Ik verloor mijn horloge in de vakantie. (vt)

  • 3) Tijdens de lancering ontplofte de NASA-raket. (vt)

  • 4) Vorig jaar kreeg Jeffrey in de skivakantie de smaak te pakken.

  • 5) Er kwamen vorig jaar geen ouders op de ouderavond. 
Werkwoordspelling

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1, blz. 32

Slide 23 - Slide

This item has no instructions



Wat?
  • H1, taalverzorging: opdr. 1 t/m 4 en 6 (blz. 32 + 33)

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar? 
  • Nakijken (antwoordenboekje voorin)
  • H1, taalverzorging: opdr. 1, 2 en 3 (blz. 30/31)
  • Vorige weektaak nagekeken? (blz. 28 en 29)



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 



Rood? Stil. 
Begin even ergens anders.
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag je buurman of buurvrouw of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions




Na deze les...
kun je samengestelde zinnen en voegwoorden herkennen. 
  • kun je de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 
  • kun je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden goed spellen.
  • de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen.


Doel

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
Donderdag: 
  • Schema werkwoordspelling in boek
  • Leesboek mee

Maandag 25 oktober: weektaak af
  • H1, taalverzorging: opdr. 1, 2 en 3 (blz. 30/31)
  • H1, taalverzorging: opdr. 1 t/m 4 en 6 (blz. 32 + 33)

Week na de herfstvakantie:
  • Toets grammatica en spelling H1 (2x) - blz. 28 t/m 33


Slide 26 - Slide

This item has no instructions