Domein 2 les 5

Periode 3: Domein 2 
Twee- en driedimensionale wereld

Agenda

- Even inchecken :-)

- Korte introductie les 5: rekenen met schaal en referentiematen

- Werken in je licentie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Periode 3: Domein 2 
Twee- en driedimensionale wereld

Agenda

- Even inchecken :-)

- Korte introductie les 5: rekenen met schaal en referentiematen

- Werken in je licentie

Slide 1 - Slide

Kies zelf een foto (van jezelf of van internet) 'hoe voel jij je?'
(kan ik gebruiken bij mijn volgende check-in ;-))

Slide 2 - Open question

Vandaag: 2.9 en 2.10
2.1 Vlakke en ruimtelijke figuren
2.2 Omtrek en oppervlakte
2.3 oppervlakte en ruimtelijke figuren 
2.4 Inhoud
2.5 Plattegronden
2.6 Schaal en schaallijnen 
2.7 Aanzichten en doorsneden
2.8 Bouwtekeningen en uitslagen
2.9 Rekenen met schaal
2.10 Referentiematen

Slide 3 - Slide

Wat is een referentiemaat ook alweer?

Slide 4 - Open question

Lesdoel vandaag
  • Je leert rekenen met schaal.
  • Je leert voorwerpen in verhouding vergroten en verkleinen.
  • Je leert schattingen maken met referentiematen voor oppervlakte en inhoud.


Slide 5 - Slide

Referentiematen 
  • Om schattingen te kunnen maken is het belangrijk bekende aantallen en hoeveelheden te weten. Zo’n maat heet een referentiemaat.

    Bijvoorbeeld:
  • Een volwassen man is ongeveer 1,80 m lang.
  • De hoogte van een deur is ongeveer 2 m.




Slide 6 - Slide

Hoe hoog is dit
gebouw ongeveer?
A
4 meter
B
6 meter
C
9 meter
D
12 meter

Slide 7 - Quiz

Een verdieping van een gebouw is ongeveer.....
A
2 meter
B
2,5 meter
C
3 meter
D
3,5 meter

Slide 8 - Quiz

Referentiematen 
  • Naast de referentiematen voor lengte, zijn er ook referentiematen voor oppervlakte en inhoud.








Slide 9 - Slide

De inhoud van een emmer is...
A
10 liter
B
20 liter
C
1 liter

Slide 10 - Quiz

De inhoud van een kopje is ...

A
200 mL
B
100 mL
C
50 mL

Slide 11 - Quiz

De oppervlakte van een voetbalveld is...
A
1 ha (100m× 100 m)
B
0,5 ha (50m × 100 m)
C
100 ha

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide


Wat is de totale breedte van dit object?
A
1100 mm
B
1260 mm
C
230 mm
D
565 mm

Slide 14 - Quiz


Hoe hoog zit ik aan deze tafel?
A
435 cm
B
43,5 cm
C
4350 mm
D
0,435 dm

Slide 15 - Quiz

Uitslag 

Slide 16 - Slide

Sleep de uitslag naar het juiste ruimtefiguur

Slide 17 - Drag question

Driedimensionaal figuur en de uitslag

Slide 18 - Slide

Van welke uitslagen kan je een kubus vouwen?
A
1 en 3
B
2, 3 en 4
C
1, 2 en 4
D
1, 3 en 4

Slide 19 - Quiz

Werken in je licentie
In les maken:
- hoofdstuk 2.7: opdrachten 2, 3, 4, 6 en 8
- hoofdstuk 2.8: opdrachten 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 20 - Slide

omtrek cirkel = π x diameter



Wat is de straal?
A
3
B
6

Slide 21 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter



Wat is de diameter?
A
3
B
6

Slide 22 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter



Bereken de omtrek van deze cirkel

A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm

Slide 23 - Quiz

Oppervlakte cirkel =
π x r²


Wat is de straal van deze cirkel?

A
4 cm
B
2 cm
C
1 cm

Slide 24 - Quiz

Oppervlakte cirkel =
π x r²

Wat is de oppervlakte van deze cirkel?

A
12,57 cm²
B
12,56 cm²
C
50, 27 cm²
D
3,14 cm²

Slide 25 - Quiz

Nu zelf aan de slag met opdrachten. Hoeveel vertrouwen heb je met dit onderwerp?
A
Ik snap de lesstof, ga zelf aan de slag met de opdrachten
B
Ik snap het een beetje, ik ga zelf aan de slag met de opdrachten
C
Ik wil graag extra uitleg bij het maken van de opdrachten
D
Ik had meer dan 80% op de instaptoets

Slide 26 - Quiz

Ruimtelijke figuren
Ruimtelijke figuren zijn driedimensionaal. De piramide, de balk, de bol, de kubus, de cilinder en de kegel zijn voorbeelden van ruimtelijke figuren.

Slide 27 - Slide