What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
vragen bij Hoofdstuk 1 klimaatvraagstukken
Klimaatvraagstukken
Vragen over Hoofdstuk 1
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Klimaatvraagstukken
Vragen over Hoofdstuk 1
Slide 1 - Slide
Het waterhoudende deel van de aarde heet
A
De fluviale sfeer
B
De biosfeer
C
De hydrosfeer
D
De lithosfeer
Slide 2 - Quiz
De belangrijkste gassen op aarde zijn
A
CO2, N2, O2
B
NH4, CO2 en O2
C
NO2, O2 en NH4
Slide 3 - Quiz
Wanneer de ozonlaag wordt afgebroken
A
leidt dit tot een versterkt broeikaseffect
B
leidt dit tot meer schadelijke UV straling
C
leidt dit tot meer vervuiling in de atmosfeer
D
leidt dit tot hogere temperaturen
Slide 4 - Quiz
Wanneer het ijs op de polen smelt leidt dit tot
A
een afname van de albedo
B
een toename van de albedo
Slide 5 - Quiz
Van de straling van de zon wordt meer dan de helft uiteindelijk opgenomen door het aardoppervlak
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Gebieden op lage breedte hebben een energie-overschot en gebieden op hoge breedte hebben een energietekort
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
De de evenaar is sprake van dalende lucht
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Bij dalende lucht hoort een
A
hoge druk
B
lage druk
Slide 9 - Quiz
Bij hoge druk
A
is het onbewolkt en warm
B
is het onbewolkt
C
is het bewolkt
D
is het bewolkt en koud
Slide 10 - Quiz
Bij welke breedtegraden is er doorgaans sprake van dalende lucht
A
0,30,60,90
B
30 en 90
C
0 en 60
D
30 en 60
Slide 11 - Quiz
winden waaien
A
altijd richting de evenaar
B
waaien van hoge naar lage druk
C
waaien van lage naar hoge druk
Slide 12 - Quiz
Een passaat is een wind die
A
waait tussen de subtropische hoge druk gebieden
B
elk half jaar van richting verandert
C
waait van noord naar zuid
Slide 13 - Quiz
Een moesson is een wind die
A
waait rond de polen
B
waait richting de evenaar
C
die elk half jaar van richting verandert
D
die
Slide 14 - Quiz
Een moesson verandert van richting doordat
A
hij het tussen de keerkringen schuivende ITCZ volgt
B
de draaiing van de aarde elk half jaar wisselt
C
de winden soms naar lage en soms naar hoge drukgebieden stromen
Slide 15 - Quiz
Het verschuiven van het ITCZ wordt veroorzaakt doordat
A
De aarde soms een grotere ronde om de zon maakt
B
De loodrechte stand van de zon door het jaar verschuift
C
de aarde ronddraait
Slide 16 - Quiz
Als gevolg van de corioliskracht krijgt de wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar rechts
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Rond de 60-ste breedtegraden liggen lage druk gebieden
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Poolwinden waaien altijd uit oostelijke richting
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Het ITCZ bereikt op het noordelijk halfrond een hogere breedte?
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Wat is de oorzaak hiervan (zie vorige vraag)
A
op het NH is meer wind
B
op het NH is meer land
C
op het NH is meer zee
D
Op het NH is het warmer
Slide 21 - Quiz
Welke veranderingen kunnen leiden tot het stagneren van de diepwaterpomp
A
zoutgehalte omhoog, temperatuur omlaag
B
zoutgehalte omlaag, temperatuur omlaag
C
zoutgehalte omhoog, temperatuur omhoog
D
zoutgehalte omlaag, temperatuur omhoog
Slide 22 - Quiz
Het afsmelten van gletsjers op Groenland kan leiden tot een
A
koudere periode in Europa
B
warmere periode in Europa
Slide 23 - Quiz
De reden hiervoor is
A
dat het zeewater afkoelt
B
dat het zoutgehalte daalt
C
dat het zoutgehalte stijgt
Slide 24 - Quiz
Bij La nina
A
wordt de normale situatie versterkt
B
is er sprake van een omkering van luchtdruk en zeestromen
Slide 25 - Quiz
Bij El Nino is er voor de westkust van Zuid-Amerika
A
een hoge druk ipv een lage druk
B
een lage druk ipv een hoge druk
Slide 26 - Quiz
In dit plaatje is
A
sprake van El Nino
B
sprake van een normale situatie
Slide 27 - Quiz
In dit plaatje is
A
sprake van El Nino
B
sprake van La Nina
C
sprake van een normale situatie
Slide 28 - Quiz
Wanneer El Nino optreedt
A
trekt het lage druk gebied richting Zuid-Amerika
B
trekt het hoge drukgebied richting Zuid-Amerika
C
trekt het lage drukgebied richting Australie
Slide 29 - Quiz
Door El Nino
A
wordt er meer vis gevangen voor de westkust van Zuid-Amerika
B
wordt er minder vis gevangen voor de westkust van Zuid-Amerika
C
is er meer droogte langs de westkust van Zuid-Amerika
Slide 30 - Quiz
Langs de kust van west Europa is er
A
een warme golfstroom
B
een koude golfstroom
Slide 31 - Quiz
Door de opwarming van de aarde denken sommige geleerden dat
A
de golfstroom kan afzwakken en ons klimaat daardoor afkoelt
B
de golfstroom kan versterken en ons klimaat daardoor afkoelt
C
de golfstroom kan afzwakken en ons klimaat daardoor opwarmt
D
de golfstroom kan versterken en ons klimaat daardoor opwarmt
Slide 32 - Quiz
Wanneer het ijs smelt, de albedo afneemt, de opwarming van de aarde wordt versterkt, er nog meer ijs smelt..
A
is er sprake van een negatieve terugkoppeling
B
een positieve terugkoppeling
Slide 33 - Quiz
More lessons like this
klimaat kennis quiz 5 havo
December 2020
- Lesson with
26 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Terugblik H1 paragraaf 1 en 2
March 2022
- Lesson with
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
klimaat kennis quiz 3 vwo
December 2020
- Lesson with
17 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Concept 13
February 2023
- Lesson with
22 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
3.2 Warmtetransport door wind (deel 2)
May 2022
- Lesson with
27 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Quiz hoofdstuk 1, Klimaatvraagstukken
December 2023
- Lesson with
32 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3.2. ITCZ
April 2023
- Lesson with
43 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Oefentoets
March 2021
- Lesson with
36 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4