This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 1 - Mind map
4.3 de man
Waar gaat deze basisstof over?
Teelballen en balzak
Prostaat en penis
zaadlozing
Zaadcellen en eicellen
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
Slide 2 - Slide
Voortplantingsstelsel man
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
eicellen en zaadcellen
Slide 5 - Slide
Herhaling B2 +B3
Slide 6 - Slide
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
In welk van de genummerde delen wordt de eicel vervoert naar de baarmoeder?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Deel 4
Slide 7 - Quiz
Bekijk de afbeelding van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Een man en vrouw hebben geslachts-gemeenschap. Ze gebruiken geen voorbehoedsmiddelen.
In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben
A
deel P
B
deel Q
C
Deel R
D
Deel S
Slide 8 - Quiz
Twee beweringen over de organen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel zijn:
1. De functie van de eileiders is het tijdelijk opslaan van de eicellen.
2. Bij de meeste vrouwen is de clitoris gevoeliger voor seksuele prikkels dan de vagina.
Welke van deze beweringen is of zijn juist?
A
alleen bewering 1 is juist
B
alleen bewering 2 is juist
C
beide beweringen zijn juist
D
beide beweringen zijn onjuist
Slide 9 - Quiz
In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.
Vagina
Blaas
Urineleider
Eileider
Baarmoeder
Eierstok
Slide 10 - Drag question
In de afbeelding worden onder andere enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man weergegeven.
Productie van zaadcellen is letter:
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 11 - Quiz
In welke delen van het voortplantingsstelsel van een man worden zaadcellen tijdelijk opgeslagen?
A
in de bijballen
B
in de teelballen
C
in de zaadblaasjes
D
in de zwellichamen
Slide 12 - Quiz
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een man schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
Met welk nummer is de teelbal aangegeven?
A
1
B
2
C
5
D
6
Slide 13 - Quiz
Wat is de functie van de zaadleider in het voortplantingsstelsel van de man?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe
Slide 14 - Quiz
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een man schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.