Thema 8 Moeilijke woorden extra oefenen

Nederlands
Thema 8 Hobby's - hoofdstuk 1

Moeilijke woorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Nederlands
Thema 8 Hobby's - hoofdstuk 1

Moeilijke woorden

Slide 1 - Slide

Doel
-Aan het einde van de les ken je de woorden van het thema Hobby's 

-Aan het einde van deze les kun je de woorden gebruiken in een zin.

-Aan het eind van de les kun je de moeilijke woorden en betekenissen in een voorbeeldzin zetten.

Slide 2 - Slide

Wat er te doen is of waar je mee bezig bent.
A
de interesse
B
het concert
C
de activiteit
D
creatief

Slide 3 - Quiz

Een muziekoptreden, van bijvoorbeeld een zangeres of een band.
A
het concert
B
de hobby
C
de voldoening
D
het talent

Slide 4 - Quiz

Goed zijn in het maken of verzinnen van nieuwe dingen.
A
het evenement
B
de activiteit
C
ontspannen
D
creatief

Slide 5 - Quiz

Een gebeurtenis voor een groot publiek.
A
het evenement
B
de interesse
C
de activiteit
D
de hobby

Slide 6 - Quiz

Dat wat je graag in jouw vrije tijd doet.
A
de interesse
B
het talent
C
de vereniging
D
de hobby

Slide 7 - Quiz

Dat wat je leukt vindt en
waar je meer over wilt weten.
A
de activiteit
B
de vereniging
C
de interesse
D
het concert

Slide 8 - Quiz

Heel rustig zijn en je prettig voelen.
A
ontspannen
B
gespannen
C
creatief
D
zich vervelen

Slide 9 - Quiz

Iets leuk vinden.
A
uitgaan
B
het plezier
C
de voldoening
D
het talent

Slide 10 - Quiz

Als je iets uit jezelf goed kunt.
A
de tijdsbesteding
B
de vereniging
C
het plezier
D
het talent

Slide 11 - Quiz

Hoe jij jouw tijd doorbrengt.
A
de hobby
B
het talent
C
de tijdsbesteding
D
zich vervelen

Slide 12 - Quiz

Ergens voor jouw plezier heengaan,
bijvoorbeeld naar een café.
A
aangaan
B
tegenaan
C
uitgaan
D
langzaamaan

Slide 13 - Quiz

Een groep mensen die samen iets willen doen of bereiken.
A
de voldoening
B
de vereniging
C
het concert
D
de interesse

Slide 14 - Quiz

Het tevreden gevoel dat je
over iets hebt.
A
de voldoening
B
het talent
C
het plezier
D
uitgaan

Slide 15 - Quiz

Plezier hebben.
A
zich opmaken
B
het uitmaken
C
iets kwijtraken
D
zich vermaken

Slide 16 - Quiz

Nergens zin in hebben of niet weten wat je wilt doen.
*
A
zich vervelen
B
uitgaan
C
de tijdsbesteding
D
de voldoening

Slide 17 - Quiz

Maken


Opdracht 5 en 6blz 276 en 279:
- Lees de moeilijke woorden nog een keer.
- Lees dan de betekenissen door.
- Vul boven elke betekenis het woord in.
- Schrijf daaronder een voorbeeldzin.



timer
15:00

Slide 18 - Slide

Studiemeter:
-Ga naar: Studiemeter
-Log jezelf in.
-Ga naar Nederlands - Via Starttaal online - Via vooraf op weg naar 1F - Thema 8 Hobby - Moeilijke woorden
 
-Maak alle onderdelen af.

Klaar: puzzelblad


Slide 19 - Slide