Spelling hoofdstuk 1 (les 1 ma)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je leesboek
  • je schrift
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je leesboek
  • je schrift

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lezen / huiswerkcontrole
  • Herhaling werkwoordspelling
  • Werkmoment
  • Nakijken opdrachten
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

timer
7:00

Slide 3 - Slide

Welke zin is goed en waarom?
A. Bekijk de plaatjes en beschrijf wat er gebeurd.


B. Bekijk de plaatjes en beschrijf wat er gebeurt.
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Schema op pagina 72 / 234

Slide 5 - Slide

Uitleg werkwoordspelling
ik-vorm
ik loop
ik verhuis
stam (ww -en)
lopen => lop
verhuizen-verhuiz

Slide 6 - Slide

Werkwoordspelling (pv-tt)
ik-vorm bij:
- ik
- je/jij achter de pv
- gebiedende wijs
- ik loop
- loop je/jij
- loop!
ik-vorm +t bij:
- je/jij voor de pv
- hij/zij, het

- je/jij loopt
- hij/zij, het loopt
Hele werkwoord bij wij, jullie, zij lopen

Slide 7 - Slide

Werkwoordspelling (pv-vt-ev)
Sterk werkwoord
  • klank verandert
  • schrijf zoals je hoort

zingen - zong - zongen
lijden - leed - leden

Zwak werkwoord
  • klank verandert niet
  • ik-vorm + -de/-den
  • ik-vorm + -te/-ten

't Kofschip-X
Zit de laatste letter van de stam hierin, dan -te/-ten
Verhuizen ->  stam -en
Verhuiz -> z  't Kofschip-x
Dus: verhuisde

Bedanken -> stam -en
Bedank -> k 't Kofschip-x
Dus: bedankte

Slide 8 - Slide

Werkmoment
  • Werk alleen en in stilte totdat ik zeg dat je ZACHTJES mag overleggen.
  • Je maakt de opdrachten in je leerwerkboek.
  • Maak van 1.9 Spelling oefening 4 en 5 op pagina 73.
  • Maak het extra werkblad en kijk zelf na.
  • Klaar? Begin met het huiswerk van dinsdag (zie Magister).

Om 11.35 uur kijken we na.
Je hebt dan 4 en 5 af en het werkblad.

Slide 9 - Slide

Nakijken

Hoeveel van de 25 vragen 
op het aparte werkblad heb je goed?

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdracht 4
a. verdient
b. vervaardigt
c. fabriceert, betaalt
d. weet, beïnvloedt
e. bevordert, verbetert

Slide 11 - Slide

Antwoorden opdracht 5
a. verspreidde
b. testte, vermeldde, verkeerden
c. raadde af, vertoonden
d. belandden, behaalden
e. hielden

Slide 12 - Slide

Exit ticket
Schrijf het werkwoord juist:
  1. Gisteren (hebben) ik een gesprek met mijn buurman.
  2. Hij riep: 'Jij (branden) nog eens je vingers!'
  3. 'Dat (gebeuren) nooit', zei ik.

Slide 13 - Slide

Exit ticket
Schrijf het werkwoord juist:
  1. Gisteren had ik een gesprek met mijn buurman.
  2. Hij riep: 'Jij brandt nog eens je vingers!'
  3. 'Dat gebeurt nooit', zei ik.

Slide 14 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk volgende les staat in Magister.
  • Neem je je leesboek weer mee?

Slide 15 - Slide