hst 4 paragraaf 1 "stroomkringen"

hst 4.1 "stroomkringen"

1 / 33

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 4.1 "stroomkringen"

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je kunt het begrip gesloten stroomkring uitleggen.
Je kunt het verschil benoemen tussen geleiders en isolatoren.
Je kunt een aantal spanningsbronnen benoemen
Je kunt de weerstand van een lampje berekenen.
Je kunt de wet van Ohm uitleggen.

Slide 2 - Slide

vandaag

Slide 3 - Slide

Spanningsbron

is iets wat stroom geeft

Voorbeelden:

batterijen
accu's
stopcontact
dynamo.

Slide 4 - Slide

Spanning in Volt

Slide 5 - Slide

Geleiders en Isolatoren

Waarom is een elektriciteitsleiding aan de binnenkant van koper en aan de buitenkant van pvc?

Slide 6 - Slide

geleiders

laten elektrische stroom goed door

metalen

isolatoren

laten elektrische stroom slecht of niet door

rubber
glas
hout
plastic
keramiek

Slide 7 - Slide

Geleider of isolator?

Isolatoren houden de stroom tegen. Ze hebben een grote weerstand. Denk aan kunststoffen, porselein, hout etc.

Geleiders laten de stroom door. Ze hebben een kleine weerstand. Denk aan metalen als ijzer, koper, aluminium en bijvoorbeeld water.

Slide 8 - Slide

Weerstand?

Een geleider heeft een kleine weerstand, een isolator een grote weerstand.

Maar je kunt ook kunstmatig een weerstand in je stroomkring opnemen. Dit is soms nodig omdat een apparaat anders overbelast zou worden. Wanneer een apparaat overbelast wordt krijgt hij teveel stroom te verwerken en gaat kapot.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Weerstand berekenen

Weerstand kun je berekenen.

R= Weerstand in ohm

U = spanning in volt

I = stroomsterkte in ampere

Slide 11 - Slide

Stroomkring

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Stroomsterkte

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

serieschakeling

Slide 16 - Slide

parallelschakeling

Slide 17 - Slide

Parallelschakeling

Bouw zelf een schakeling op PHET .

Slide 18 - Slide

De stroomsterkte meten

Slide 19 - Slide

Ampèremeter

Slide 20 - Slide

De ampèremeter moet in serie.

De voltmeter parallel over de lamp.

Slide 21 - Slide

De spanning meten

Slide 22 - Slide

Spanningsmeter

Een spanningsmeter sluit je altijd parallel aan in je schakelschema.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Een rechtevenredig verband tussen spanning en stroomsterkte. De weerstand (R=U/I) is constant.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Het I,U diagram van een gloeilampje

Schets het I,U diagram van een gloeilampje en leg uit waarom de lijn zo loopt. Gebruik de woorden; spanning, stroomsterkte, temperatuur, weerstand.

Slide 28 - Slide

Als de spanning stijgt, dan wordt de stroomsterkte groter.

Wel in steeds mindere mate.

Uit R=U/I blijkt dat R steeds groter wordt.

Dit komt doordat het lampje steeds wamer wordt.

Slide 29 - Slide

Belang van het lesdoel

Praktische opstelling goed bouwen met de meters.

De opstelling om weerstand te bepalen zit altijd bij je toetsen en examen.

Je kunt sneller iets repareren waar elektronica in zit.

Slide 30 - Slide

Controle vragen lesdoel

Teken de opstelling om de weerstand van een lampje te bepalen.

Noteer bij de juiste meter 6 V en 200 mA.

Bereken de weerstand.

Slide 31 - Slide

Ik wil de spanning meten van een batterij. Hoe moet ik de voltmeter plaatsen?

Slide 32 - Open question

Ik wil een stroom meten door een lamp. Welke meter moet ik gebruiken en hoe moet ik deze meter plaatsen?

Slide 33 - Open question