Hoofdstuk 8 - les 5 - 1 TH

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wiskunde

Hoofdstuk 8 - 1 TH

Agenda

	vmbo 1 th - Deel 2
5 min	Introductie Vorige les: Hfst 8 - par 3 opdr 48, 49, 50, 51, 52
5 min - 20 min	Uitleg: Hfst 8 - par 3 opdr 53, 54, 55, 56, 57
20 min - 25 min	Zelfstandig werken: Hfst 8 - par 3 opdr 53, 54, 55, 56, 57
25 min - 30 min	Afsluiter - Agenda-planner invullen

Vorige les

01:12

Welke letter zet ik bij het punt

1. M'
2. K'
3. L'
4. M1

03:10

Ben ik nu klaar met spiegelen?

1. Ja
2. Nee, gelijke lijnen aangeven
3. Nee, rechte hoeken aangeven
4. Nee, rechte hoeken en gelijke lijnen aangeven

Leerdoel

• Ik ken de eigenschappen van een parallellogram en kan deze toepassen
• Ik ken de eigenschappen van een ruit en kan deze toepassen

00:12

Wat is er zo bijzonder aan de zijden van een parallellogram?

1. Overstaande zijden zijn even lang
2. Overstaande zijden zijn evenwijdig
3. Overstaande zijnde zijn even lang en evenwijdig
4. Overstaande zijden kruisen elkaar

00:34

Wat is er met de hoeken bij een parallellogram?

1. Overstaande hoeken zijn even groot
2. Elke hoek is 90 graden
3. Hoek A en B zijn even groot, net als hoek B en D
4. Alle hoeken zijn stomp (<90 graden)

00:47

Wat betekenen die streepjes? Zijden BM en DM en zijden AM en CM zijn..

1. Alle vier even lang
2. even lang, dus AM = CM en BM = DM
3. 4 cm
4. Evenwijdig

01:08

Is er sprake van draaisymmetrie en wat is dan de kleinste draaihoek?

1. Nee
2. Ja, 90 graden
3. Ja, 120 graden
4. Ja, 180 graden

00:10

Wat valt je op aan de ruit ABCD?

1. Vier gelijke zijden
2. Vier evenwijdige zijden
3. Vier gelijke hoeken
4. Vier ongelijke hoeken

00:48

Wat is een diagonaal van een ruit?

1. Een loodlijn
2. Een middelloodlijn
3. Een symmetrieas
4. Een rechte hoek

01:28

Is een hoek 70 graden, dan zorgt de diagonaal ervoor dat?

1. je twee hoeken krijgt van 35 graden
2. je een hoek van 40 en een van 30 graden krijgt

Inhoud

Voorbeeld in Smartnotebook

Inhoud

	vmbo 1 th - deel 2
Wat ga je nu doen?	Maken: Hfst 8 - par 3 opdr 53, 54, 55, 56, 57
Hoe?	Je werkt de sommen uit in je schrift (met berekening)
Hoelang heb je de tijd?	De rest van de les
Hulp?	Kijk in je boek Fluisterend overleggen met de buurman of buurvrouw. Kom je er niet uit, dan vraag je de docent
Als je klaar bent:	Nakijken --> zie Magister voor volgend huiswerk

Leerdoel

• Ik ken de eigenschappen van een parallellogram en kan deze toepassen
• Ik ken de eigenschappen van een ruit en kan deze toepassen

Agenda-planner

• Lees de tips achterin goed door, voordat je begint met je huiswerk
  

• Voor nu: opschrijven voor de volgende les
  
• wi: mk Hfst 8 - par 3 opdr 53, 54, 55, 56, 57