Vervolg (2) lijdende en bedrijvende vorm
Voorbeelden om te begrijpen hoe je deze regels goed toepast:
bedrijvend - De vrienden spelen het spelletje. (onvoltooide tijd)
lijdend - Het spelletje wordt gespeeld door de vrienden.
bedrijvend - De vrienden hebben het spelletje gespeeld. (voltooide tijd)
lijdend - Het spelletje is gespeeld door de vrienden.
bedrijvend - De vrienden zullen het spelletje spelen. (onvoltooide tijd)
lijdend - Het spelletje zal door de vrienden gespeeld worden. (tijd blijft hetzelfde met zal)
bedrijvend - De vrienden zouden het spelletje gespeeld hebben. (voltooide tijd)
lijdend - Het spelletje zou door de vrienden gespeeld worden. (tijd blijft hetzelfde met zou)