a. als, indien, wanneer, op voorwaarde dat
b. daardoor, hierdoor, doordat
c. omdat, want, daarom, immers
d. ten eerste, vervolgens, ook, ten slotte
e. maar, echter, toch, aan de ene kant
f. bijvoorbeeld, als, zo
g. opdat, zodat, om, door middel van, met als doel om
h. dus, al met al, kortom, concluderend