Taal groep 8 - kunst en cultuur
1 / 10
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Orkest
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Wat is componeren?
A
Een groot orkest met veel verschillende instrumenten
B
Voor een koor staan en vertellen wat ze moeten doen
C
Muziekstukken schrijven
D
Een bekend liedje spelen op de piano
Slide 4 - Quiz
Wat is dit?
A
de componist
B
ten gehore brengen
C
de tuba
D
het symfonieorkest
Slide 5 - Quiz
Iemand die muziekstukken schrijft
laten horen
een groep muzikanten of artiesten
het podium opkomen en je aan het publiek laten zien
de componist
opkomen
het ensemble
ten gehore brengen
Slide 6 - Drag question
Hoe noem je
een schuiftrompet?
een schuiftrompet?
A
Trombone
B
Tuba
C
Vleugel
D
ensemble
Slide 7 - Quiz
De pianist gaat snel met zijn vingers over de toetsen van de ...
A
tuba
B
solo
C
vleugel
D
componist
Slide 8 - Quiz
een gebouw waar je toneel, ballet en muziek kunt zien en horen
een schuiftrompet
een muziekstuk dat alleen wordt gezongen of gespeeld
De schouwburg
De solo
De trombone
Slide 9 - Drag question
Hoe noem je een groot, koperen blaasinstrument dat laag klinkt ook wel?
A
De trombone
B
De tuba
C
De vleugel
D
De dwarsfluit
