5H Economie par. 20.5

Huiswerkopgave 13a
A
( 402 - 374 ) / 374 x 100
B
( 60,2 - 60,8 ) / 60,8 x 100
C
( 55,5 - 55,8 ) / 55,8 x 100
D
( 223,1 - 208,7 ) / 208,7 x 100
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Huiswerkopgave 13a
A
( 402 - 374 ) / 374 x 100
B
( 60,2 - 60,8 ) / 60,8 x 100
C
( 55,5 - 55,8 ) / 55,8 x 100
D
( 223,1 - 208,7 ) / 208,7 x 100

Slide 1 - Quiz

Huiswerkopgave 13bc
Als de wisselkoers van de euro daalt, wordt het importeren van goederen ...(1) en zal de export ...(2)
A
1> goedkoper 2> dalen
B
1> goedkoper 2> stijgen
C
1> duurder 2> dalen
D
1> duurder 2> stijgen

Slide 2 - Quiz

Huiswerkopgave 14b
Saldo kapitaalrekening = ... (1)
Totale saldo = ... (2)
A
1> - 730 2> - 1.211,2
B
1> - 730 2> - 248,8
C
1> + 730 2> + 248,8
D
1> + 730 2> + 1.211,2

Slide 3 - Quiz

Huiswerkopgave 14c
A
protectie, 52 < 120
B
protectie, 104 < 120
C
vrijhandel, 52 < 120
D
vrijhandel, 104 < 120

Slide 4 - Quiz

Huiswerkopgaven
13d> De handel met andere Eurolanden wordt niet meer beinvloed door een wisselkoers, dus minder sterk
14a> groter, hoge, verslechterd, aanbod van, valutamarkt, stijgen
14d> Chinese producten zijn dan in de VS relatief goedkoop en
Amerikaanse producten zijn in het buitenland relatief duur ivm Chinese producten. Concurrentienadeel

Slide 5 - Slide

Wat bepaalt de wisselkoers van de euro?

De wisselkoers is de ‘prijs’ van een valuta.

De ‘prijs’ (koers) wordt, net als bij een ‘gewoon’ product bepaald door vraag en aanbod.

Slide 6 - Slide

Het enige verschil met een ‘gewoon’ product is dat de vraag naar de ene munt altijd samengaat met aanbod van een andere munt.


Als je bijvoorbeeld euro’s omwisselt voor dollars, ben je aanbieder van euro’s en vrager van dollars.

Slide 7 - Slide

Als een bedrijf uit de VS goederen wil importeren uit Nederland heeft dat bedrijf ...(1) nodig.
...(2) euro's zal dus toenemen
A
1> dollars 2> het aanbod van
B
1> dollars 2> de vraag naar
C
1> euro's 2> het aanbod van
D
1> euro's 2> de vraag naar

Slide 8 - Quiz

Een Nederlander wil beleggen in aandelen van Engelse bedrijven. Hiervoor heeft hij ...(1) nodig.
...(2) euro's zal hierdoor toenemen
A
1> euro's 2> het aanbod van
B
1> euro's 2> de vraag naar
C
1> ponden 2> het aanbod van
D
1> ponden 2> de vraag naar

Slide 9 - Quiz

Vraag- en aanbodlijn

De wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod.

De vraaglijn verloopt dalend

( bij een hogere koers is er minder vraag ),

de aanbodlijn stijgend.


Slide 10 - Slide

Vraag- en aanbodlijn
Vraag- en aanbodlijnen van valuta kunnen door de volgende oorzaken naar links of rechts verschuiven:

- concurrentiepositie Europese bedrijven ( prijs-kwaliteit-verhouding )
- Europees rentepeil ( ivm het buitenland )
- winst- en dividendverwachtingen Europese bedrijven ( ivm het buitenland )
- reeel inkomen ( koopkracht ) Europa en buitenland

Slide 11 - Slide

Opdracht vraag- en aanbodlijnen valuta

Slide 12 - Slide

Voorbeeld antwoord grafiek peso's

loonkosten per product Mexico stijgen --->
concurrentiepositie Mexico verslechtert --->
vraag naar Mexicaanse producten daalt ( export Mexico daalt ) 
---> vraag naar peso's daalt ( vraaglijn naar links )
---> wisselkoers peso daalt

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het evenwicht

Daar waar vraag = aanbod

(van één munt) is er sprake

van een evenwichtsprijs.

Net als bij een ‘gewoon’

product zal de evenwichtskoers

(-prijs) pas veranderen als de

vraag- of aanbodlijn verandert.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld

Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.

£ 1 = € 1,40     € 1 = £ ......
£ 1 = € 1,50     € 1 = £ ......


Slide 16 - Slide

Voorbeeld

Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.

£ 1 = € 1,40     € 1 = £ 0,71
£ 1 = € 1,50     € 1 = £ 0,67

1 euro ‘kost’ minder, dus de euro daalt in waarde. 

Slide 17 - Slide

Flexibele wisselkoersen ( zwevende wisselkoersen )

De hoogte vd wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod

waardestijging als gevolg van vraag en aanbod = appreciatie

waardedaling als gevolg van vraag en aanbod = depreciatie

Slide 18 - Slide

Voordeel flexibele wisselkoersen is meer evenwicht betalingsbalans
Vb.
Betalingsbalanstekort Mexico --> veel aanbod en weinig vraag peso --> wisselkoers peso daalt --> concurrentiepositie Mexico verbetert --> meer export en minder import -->
tekort betalingsbalans Mexico wordt kleiner

Slide 19 - Slide

Hw.
Huiswerkopgaven 16 en 18

Slide 20 - Slide