6 Vwo Economie par. 18.3

18.8c
Wat is geen gevolg van de importheffing van de VS op staal uit Azie?
A
Aanbod staal uit Azie in VS daalt
B
Prijs staal in Europa daalt
C
Winst Europese staalbedrijven stijgt
D
Aanbod staal uit Azie in Europa stijgt
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

18.8c
Wat is geen gevolg van de importheffing van de VS op staal uit Azie?
A
Aanbod staal uit Azie in VS daalt
B
Prijs staal in Europa daalt
C
Winst Europese staalbedrijven stijgt
D
Aanbod staal uit Azie in Europa stijgt

Slide 1 - Quiz

18.8d
Wat is geen negatief effect van dumping van staal op de markt?
A
Werkgelegenheid VS daalt
B
Inflatie VS stijgt
C
Export VS daalt
D
Faillissementen bedrijven VS stijgt

Slide 2 - Quiz

18.9b

A
100 / 300 x 100%
B
100 / 400 x 100%
C
150 / 250 x 100%
D
150 / 400 x 100%

Slide 3 - Quiz

18.9c
De totale exportsubsidie bedraagt ...
A
1 miljoen x € 100
B
1 miljoen x € 150
C
5 miljoen x € 100
D
5 miljoen x € 150

Slide 4 - Quiz

18.9e
... (1) groei bbp handelspartners
... (2) tegenmaatregelen
A
1 lagere 2 minder
B
1 lagere 2 meer
C
1 hogere 2 minder
D
1 hogere 2 meer

Slide 5 - Quiz

18.9e
4
3
2
1
bestedingen buitenland dalen
BBP buitenland daalt
import EU daalt
export EU daalt

Slide 6 - Drag question

18.9f
De concurrentie voor de Europese suikerboeren zal ...(1) en de werkgelegenheid in de suikerindustrie in Europa zal ...(2)
A
1 dalen 2 dalen
B
1 dalen 2 stijgen
C
1 stijgen 2 dalen
D
1 stijgen 2 stijgen

Slide 7 - Quiz

Wat bepaalt de wisselkoers van de euro?

De wisselkoers is de ‘prijs’ van een valuta.

De ‘prijs’ (koers) wordt, net als bij een ‘gewoon’ product bepaald door vraag en aanbod.

Slide 8 - Slide

Het enige verschil met een ‘gewoon’ product is dat de vraag naar de ene munt altijd samengaat met aanbod van een andere munt.


Als je bijvoorbeeld euro’s omwisselt voor dollars, ben je aanbieder van euro’s en automatisch vrager van dollars.

Slide 9 - Slide

Als een bedrijf uit de VS goederen wil importeren uit Nederland heeft dat bedrijf ...(1) nodig.
...(2) euro's zal dus toenemen
A
1> dollars 2> het aanbod van
B
1> dollars 2> de vraag naar
C
1> euro's 2> het aanbod van
D
1> euro's 2> de vraag naar

Slide 10 - Quiz

Een Nederlander wil beleggen in aandelen van Engelse bedrijven. Hiervoor heeft hij ...(1) nodig.
...(2) euro's zal hierdoor toenemen
A
1> euro's 2> het aanbod van
B
1> euro's 2> de vraag naar
C
1> ponden 2> het aanbod van
D
1> ponden 2> de vraag naar

Slide 11 - Quiz

Vraag- en aanbodlijn

De wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod.

De vraaglijn verloopt dalend

( bij een hogere koers is er minder vraag ),

de aanbodlijn stijgend.


Slide 12 - Slide

Vraag- en aanbodlijn
Vraag- en aanbodlijnen van valuta kunnen door de volgende oorzaken naar links of rechts verschuiven:

- concurrentiepositie Europese bedrijven ( prijs-kwaliteit-verhouding )
- Europees rentepeil ( ivm het buitenland )
- winst- en dividendverwachtingen Europese bedrijven ( ivm het buitenland )
- reeel inkomen ( koopkracht ) Europa en buitenland

Slide 13 - Slide

Opdracht vraag- en aanbodlijnen valuta

Slide 14 - Slide

Voorbeeld antwoord grafiek peso's

loonkosten per product Mexico stijgen --->
concurrentiepositie Mexico verslechtert --->
vraag naar Mexicaanse producten daalt ( export Mexico daalt ) 
---> vraag naar peso's daalt ( vraaglijn naar links )
---> wisselkoers peso daalt

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Het evenwicht

Daar waar vraag = aanbod

(van één munt) is er sprake

van een evenwichtsprijs.

Net als bij een ‘gewoon’

product zal de evenwichtskoers

(-prijs) pas veranderen als de

vraag- of aanbodlijn verandert.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld

Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.

£ 1 = € 1,40     € 1 = £ ......
£ 1 = € 1,50     € 1 = £ ......


Slide 18 - Slide

Voorbeeld

Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.

£ 1 = € 1,40     € 1 = £ 0,71
£ 1 = € 1,50     € 1 = £ 0,67

1 euro ‘kost’ minder, dus de euro daalt in waarde. 

Slide 19 - Slide

Flexibele wisselkoersen ( zwevende wisselkoersen )

De hoogte vd wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod

waardestijging als gevolg van vraag en aanbod = appreciatie

waardedaling als gevolg van vraag en aanbod = depreciatie

Slide 20 - Slide

Voordeel flexibele wisselkoersen is meer evenwicht betalingsbalans
Vb.
Betalingsbalanstekort Mexico --> veel aanbod en weinig vraag peso --> wisselkoers peso daalt --> concurrentiepositie Mexico verbetert --> meer export en minder import -->
tekort betalingsbalans Mexico wordt kleiner

Slide 21 - Slide

Hw.
Opgave 18.13

Slide 22 - Slide