LJ1+LJ2 7.1 deel 1

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.1 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.1 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
LJ 1: Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

LJ 2: Pak je boek van M&M en open deze op blz. 86. Maak de introductieopdrachten op blz. 86/87.

Huiswerkcontrole

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doel
Aan het einde van de les:
- weet je hoe het bestuur in Nederland in de tijd van regenten en vorsten geregeld was;
- kun je uitleggen hoe de economie sterk groeide in de 17e eeuw;

Leergebiedoverstijgend doel:
Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):Jessica
Je maakt opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 88 t/m 91

De rest doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Slide

In welke tijd speelde de tijd van regenten en vorsten zich af?
A
1500 tot 1700
B
1400 tot 1600
C
1500 tot 1600
D
1600 tot 1700

Slide 5 - Quiz

Alle gewesten hadden een vertegenwoordiging in de Staten-Generaal.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat betekent kapitalisme?

Slide 7 - Open question

Wie maakt wat:
Had je alle vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 88 t/m 91

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Slide

Geen koning, wat nu?
De tijd van de regenten en vorsten duurde van 1600 tot 1700.

In de republiek waren zeven onafhankelijke gewesten. Door wie werd een gewest bestuurd?
  • Burgers uit rijke, belangrijke families, regenten, bestuurden een gewest.

Slide 9 - Slide

Geen koning, wat nu?
Waar werden besluiten genomen die voor alle gewesten belangrijk waren?
  • in de Staten-Generaal

Zij kozen ook de stadhouder. Wat was een van zijn taken?
  • opperbevelhebber van het leger

Slide 10 - Slide

Gouden tijden
Hoe werd de 17e eeuw genoemd?
  • de Gouden Eeuw

Met welke activiteiten verdienden de Nederlanders in die tijd veel geld?
  • handel
  • landbouw
  • nijverheid


Slide 11 - Slide

Gouden tijden
De handelaren staken veel geld in hun bedrijf. Hoe noem je dat?
  • investeren

Zo wilden ze winst maken, dat economische systeem heet?
  • kapitalisme



Slide 12 - Slide

Gouden tijden
Hoe noemde je handelsbedrijven die handelaren oprichtten? 

  • compagnieën

Leg uit waarom al die handel voor veel werkgelegenheid zorgde.
  • er moesten schepen gebouwd worden om de handelswaar te vervoeren
  • er was werk op de schepen
  • mensen moesten de lading in- of uitladen.




Slide 13 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 2 en 3

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 88 t/m 91



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz 94

timer
1:00

Slide 15 - Slide

1. Lesopening

LJ 2: Doe je boek even dicht en kijk mee in lessonup

Slide 16 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- weet je wat er verandert in de EU


Leergebied overstijgende doelen:
Samenwerkend leren:
- Past zijn gedrag aan terechte kritiek van een medeleerling. 
- Onderhandelt en maakt afspraken met anderen in een team om en gemeenschappelijk doel te behalen. Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten.

Slide 17 - Slide

3. Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):
Niemand 

Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 18 - Slide

Voorstanders van de EU
Tegenstanders van de EU
"De EU kan een probleem zoals klimaat beter oplossen dan de Nederlandse regering."
"Door de EU verliest Nederland heel veel macht."
"Samenwerking tussen landen is voordelig voor de handel."
"We moeten te veel geld afstaan aan de EU."

Slide 19 - Drag question

Welk land is sinds 2016 niet meer lid van de EU?

Slide 20 - Open question

Wat betekent referendum?
A
Als mensen met geweld hun ideeën willen verspreiden
B
Een staat die lid is van de EU
C
Het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU
D
Volksstemming

Slide 21 - Quiz

Wat betekent radicalisering?
A
Als mensen met geweld hun ideeën willen verspreiden
B
Een staat die lid is van de EU
C
Het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU
D
Volksstemming

Slide 22 - Quiz

Wie maakt wat:
Had je 3/4 vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 5 op blz. 88 t/m 90.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 23 - Slide

Veranderingen in de EU
De EU groeide in de 21e eeuw uit tot 28 lidstaten. Welke voordelen had samenwerking voor de lidstaten?
  • De EU was goed voor de handel.
  • De EU hielp de vrede tussen Europese landen te bewaren.



Slide 24 - Slide

Veranderingen in de EU
Met welke problemen kreeg de wereld (en ook de EU) te maken?
  • de economische crisis
  • de komst van veel vluchtelingen
  • radicalisering

Wat betekent radicalisering?
  • Als (groepen) mensen met geweld hun ideeën willen verspreiden.


Slide 25 - Slide

Op zoek naar oplossingen
De EU zocht oplossingen, maar het was soms lastig het eens te worden. Een discussiepunt is of de EU meer invloed moet krijgen ten opzichte van de nationale regeringen om besluiten te nemen over belangrijke onderwerpen.
Over welke onderwerpen gaat dat?

  • veiligheid, economie, klimaat



Slide 26 - Slide

Op zoek naar oplossingen
Welk argument geven voorstanders?
  • Als de EU meer invloed heeft, kan ze problemen sneller oplossen.

Wat vinden de tegenstanders?
  • Als de EU meer invloed heeft, verliezen landen hun zelfstandigheid.




Slide 27 - Slide

Op zoek naar oplossingen
Sommige Britten wilden dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU zou gaan. Hoe heet dat vertrek?
  • Brexit

De Britten hielden daarover een referendum. Wat is dat?
  • Een volksraadpleging waarbij de overheid een vraag voorlegt aan de bevolking.





Slide 28 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 2 en 5.

Slide 29 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ1 - Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 88 t/m 91
LJ2 - Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz. 88 t/m 90


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
LJ1 - Daarna maak je de herhaling op blz. 94
LJ2 - Daarna maak je de herhaling op blz. 94
timer
1:00

Slide 30 - Slide



 Aan het einde van deze les:
- weet je hoe het bestuur in Nederland in de tijd van regenten en vorsten geregeld was;
- kun je uitleggen hoe de economie sterk groeide in de 17e eeuw;
Leerdoelen van deze les LJ1
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
Ik weet hoe het bestuur in Nederland in de tijd van de regenten en vorsten geregeld was
Ik kan uitleggen hoe de economie sterk groeide in de 17e eeuw

Slide 31 - Drag question



 Aan het einde van deze les:
- weet je wat er verandert in de EU

Leerdoelen van deze les LJ2
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
Ik weet wat er is verandert in de EU

Slide 32 - Drag question

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Woensdag 17 mei
7.1 opdracht 1 t/m 6

Huiswerk LJ2: 
Woensdag 17 mei
7.1 opdracht 1 t/m 5
Toetsen LJ1: 



Toetsen LJ2: 


Slide 33 - Slide