H1, lezen, 1K

Welkom!

Pak alvast je leesboek, dan kunnen we snel beginnen.


Als de timer afgaat, is iedereen stil.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Pak alvast je leesboek, dan kunnen we snel beginnen.


Als de timer afgaat, is iedereen stil.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

8.05 - 8.15 Lezen in je leesboek

8.15 - 8.45 Zelfstandig aan het werk

8.45 - 8.55 Lesafsluiting + raadgedicht

Slide 2 - Slide

Tien minuten lezen, in stilte.


Waarom? Aan het einde van de periode geef je een presentatie over jouw gelezen boek. 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Zelfstandig aan het werk

H2, blz. 44 t/m 47.

Je werkt in stilte, je mag overleggen met je buurman of buurvrouw.

Klaar? Kom het antwoordenboek halen en kijk je antwoorden na.

Daar ook mee klaar? Ga dan verder met blz. 48.



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kahoot

Slide 6 - Slide

Nabespreken oefentoets

15. Vraagzin, getal, tijd

16. Nee.

Veel lezers  vonden dat laatste artikel over jou erg leuk.

Dat laatste artikel over jou  vonden veel lezers erg leuk.

Erg leuk  vonden veel lezers dat laatste artikel over jou.

17. Ja

De wiskunde toets bevatte enkele lastige opgaven

Slide 8 - Slide

Nabespreken oefentoets

18. Nee.

Ik verpakte de kleren keurig in grote, stoffen draagtassen.

De kleren verpakte ik keurig in grote, stoffen draagtassen.

Keurig verpakte ik de kleren in grote, stoffen draagtassen.

In grote, stoffen draagtassen verpakte ik keurig de kleren.





Slide 9 - Slide

Nabespreken oefentoets

19. heeft

20. rijdt

21. zal

22. A

23. de, een

24. lot, Unicef

25. Duitsland

Slide 10 - Slide

Nabespreken oefentoets

26. Het = geen lidwoord, het=lidwoord, een= geen lidwoord

27. vliegen = wel znw, weg = niet een znw, bij = wel znw.

28. B onjuist

29. B

30. C

31. B


Slide 11 - Slide

Nabespreken oefentoets

32. Heb je zaterdag in Antwerpen het stripmusem bezocht?

33. Je moet tijdens de Engelse les beter opletten, Frank!

34. autootje

35. koninkje

36. pony'tje

37. tv'tje



Slide 12 - Slide

Nabespreken oefentoets

38. Als het woord 'ik' voor of achter de persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd en als 'jij/je' achter de persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd.

39. vind

40. gelooft

41. brandt

42. graast

Slide 13 - Slide

Raadgedicht

https://raadgedicht.nl/twijfelbreuk-kasper-peters-oplossing/


Bedenken de jongens deze keer een geniale oplossing?

Slide 15 - Slide