2.3 Opbrengsten, winst en winstmaximalisatie

2.3 Opbrengsten, winst en winstmaximalisatie
LH4.ec1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.3 Opbrengsten, winst en winstmaximalisatie
LH4.ec1

Slide 1 - Slide

Planning
- Terugblik paragaaf 2.2
- Paragaaf 2.3
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 2 - Slide

timer
5:00
Beschrijf zoveel mogelijk vaste kosten en variabele kosten in tweetallen bij een eigen bedrijf die je zou willen beginnen.

Slide 3 - Mind map

Productiefunctie en Variabele kosten 

Slide 4 - Slide

Bekijk de vorige dia. Wat zijn de variabele kosten bij de eerste muur? En bij de tweede muur?

Slide 5 - Open question

TK en GTK

Slide 6 - Slide

Bekijk de vorige dia. Waarom is de GTK-lijn een niet-lineair verband? Verwerk de begrippen vaste kosten en variabele kosten.

Slide 7 - Open question

Bereken de GVK en geef aan om welke soort gaat. 

Slide 8 - Slide

Bereken de MK bij Q = 1 en Q = 2.

Slide 9 - Slide

Huiswerk bespreken! 
- Lees paragaaf 2.2 door en maak de opdrachten 1 T/M 11. 

Slide 10 - Slide

Leerdoelen 2.3
- Je kunt GO en MO berekenen. 
- Je kunt bepalen hoeveel een aanbieder moet produceren om winst te maximaliseren. 
- Break-evenproductie bepalen. 
- Producentensurplus bepalen. 

Slide 11 - Slide

Kosten en TO
- Kosten zijn bepaald, vervolgens individuele aanbod bepalen
- Prijs is gegeven, dus hoeveelheid aanbieden
- Winst maximaal bij verschil tussen TO en TK (grootst)
- TO = P x Q (omzet of totale opbrengst)
- Wat is TO bij Q = 2?
- Naast T0 spelen GO en MO ook een rol

Slide 12 - Slide

GO en MO
- Gemiddelde opbrengst = GO = TO: productieomvang
- Wat is de GO bij Q1? Q2? Q3?
- Marginale opbrengst = MO = Extra totale opbrengst: extra verkochte eenheid
- Wat is de MO bij Q1? Q2? Q3?
- Samengevat (geen invloed op de prijs)
- MO = prijs = GO
- Hoe is het verloop van de MO = prijs = GO-lijn?

Slide 13 - Slide

Winstmaximalisatie ( manier 1)
- Alle kosten en opbrengsten besproken
- Productie bepalen bij winstmaximalisatie
- Prijs is een gegeven, dus aanbod bepalen
- Winst =  TO - TK (Maximaal bij de grootste afstand) 
- Winst bij Q =1? en bij Q2? 
- Maximale winst?




Slide 14 - Slide

Winstmaximalisatie (manier 2)
- Q =2 en extra winst op de vorige dia? (MO - MK) 
- MO groter als MK (extra winst)
- MO kleiner als MK (Winst dalen) 
- Stoppen met extra eenheid maken
- Maximale winst: MO = MK
- manier 1 staat in de eerste grafiek
- manier 2 staat in de laatste grafiek 

Slide 15 - Slide

Break-evenpunt
- Kosten gelijk aan opbrengsten
- T0 = TK (grafiek 1)
- GO = GTK (grafiek 3)
- Bij welk punt is er maximale winst?

Slide 16 - Slide

Producentensurplus
- Welbevinden van de producent
- Stap 1: Bereken voor ieder geproduceerd stuk het verschil tussen wat hij feitelijk betaald krijgt en wat hij minimaal moet krijgen
- Stap 2: Tel de verschillen bij stap 1 bij elkaar op. 
- Wat is het Producentensurplus in bron 2 als hij drie muren egaliseert?

Slide 17 - Slide

Aan de slag! 
- Lees paragaaf 2.3 door en maak de opdrachten 1 T/M 11. 
- Lees paragaaf 2.4 door voor de volgende les. 

Slide 18 - Slide

Leerdoelen 2.3
- Je kunt GO en MO berekenen. 
- Je kunt bepalen hoeveel een aanbieder moet produceren om zijn winst te maximaliseren. 
- Break-evenproductie bepalen. 
- Producentensurplus bepalen. 

Slide 19 - Slide

Terugblik en afsluiting
  • Terugblik paragaaf 2.2
  • Paragaaf 2.3
  • Volgende les! 
  • vragen? opmerkingen? 

Slide 20 - Slide