Herhalingsles Vervoer

Herhalingsles vervoer
Gebruik deze les om de stof voor de toets nog een keer te herhalen. 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhalingsles vervoer
Gebruik deze les om de stof voor de toets nog een keer te herhalen. 

Slide 1 - Slide

Inhoud
Marktaandeel
Constante en variabele kosten 
Break-evenanalyse 
Maximale winst
Vraag en aanbod 
Externe effecten 
Elasticiteiten
Marktvormen

Slide 2 - Slide

Marktaandeel

Slide 3 - Slide

Marktaandeel berekenen
meestal in afzet / stuks

Slide 4 - Slide

Kosten

Slide 5 - Slide

Vaste en Variabele kosten

Slide 6 - Slide

Soorten variabele kosten

Slide 7 - Slide

Break-evenanalyse

Slide 8 - Slide

Break-even punt

Slide 9 - Slide

Break-evenanalyse in een grafiek
Wanneer de lijn van de totale omzet en totale kosten elkaar snijden: break even point
De omzet is dan gelijk aan de 
kosten
, dus de winst=0 
TO = Totale opbrengsten
TK = Totale kosten 
TCK = totale constante kosten 
BEP = break-evenpunt 


Slide 10 - Slide

Break-even omzet
Als je de break-even afzet weet kun je heel gemakkelijk de break-even omzet berekenen:

break-even afzet x verkoopprijs per stuk

Slide 11 - Slide

Maximale winst 

Slide 12 - Slide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 13 - Slide

MO= MK
Als ondernemer wil je graag weten hoe je de hoogste mogelijke winst kan behalen (je maximale winst

Daarvoor geldt MO=MK

namelijk wanneer je marginale opbrengsten gelijk staan aan je marginale kosten

Slide 14 - Slide

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Slide 15 - Slide

Vraag en aanbod 

Slide 16 - Slide

Vraaglijn
Aanbodlijn
Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

Slide 17 - Slide

Consumenten en producenten surplus

Slide 18 - Slide

Externe effecten

Slide 19 - Slide

Externe effecten
externe effecten
onbedoelde gevolgen van de productie

Slide 20 - Slide

Elasticiteiten

Slide 21 - Slide

Samenvatting elasticiteiten

Slide 22 - Slide

Formule Epv

Slide 23 - Slide

Uitkomst

Slide 24 - Slide

Formule Ek

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Formule Ei

Slide 27 - Slide

Primaire goederen, luxe goederen en inferieure goederen
  • Primaire goederen: goederen die je echt nodig hebt om te leven, eerste levensbehoefte (eten, drinken, kleding). Inkomstenelasticiteit tussen 0 en 1 
  • Luxe goederen: Goederen die je niet echt nodig hebt en die je gaat kopen als je inkomen stijgt. (auto, internet, tv). Inkomenselasticiteit groter dan 1 
  • Inferieure goederen: Goederen waar je minder van gaat kopen als je inkomen stijgt. (tweedehands kleding). Inkomenselasticiteit kleiner dan 0 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Marktvormen

Slide 30 - Slide