thema 6 BS2 Afweer

Specifieke afweer
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Specifieke afweer

Slide 1 - Slide

Deze les
Specifieke Afweer:

- Uitleg

- Hoe gebruik je Binas?

- Opgaven maken en bespreken.

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie nog over interne, aspecifieke afweer?

Slide 3 - Open question

Wat was ook alweer een APC?

Slide 4 - Open question

In welke Binas tabel vind je meer informatie over de drie linies?

Slide 5 - Open question

Leerdoelen
  • Je weet uit welke componenten de specifieke afweer is gebouwd
  • Je kunt de taak van de cellen die betrokken zijn bij de specifieke afweer beschrijven 

Slide 6 - Slide

Verdediging in 3 linies: 
1e linie: huid, slijmvliezen maag
Doel: ziekteverwekker buiten houden

2e linie: aangeboren (aspecifieke) afweer  - fagocyten 
Doel: alles wat in het lichaam zit en lichaamsvreemd is moet dood

3e linie: verworven (specifieke) afweer - lymfocyten 
Doel: aanval tegen een specifieke ziekteverwekker 

Slide 7 - Slide

Fagocyten kunnen vaak niet alle ziekteverwekkers die bij een infectie ontstaan opruimen. 

Er is gespecialiseerde, getrainde hulp nodig.

LYMFOCYTEN vormen de derde defensielinie.
Je hebt B- en T-lymfocyten
Linie 3: specifieke afweer

Doel: een specifieke ziekteverwekker neutraliseren, geheugen en immuniteit opbouwen

vergelijkbaar met afweergeschut, scherpschutters, special forces, spionnen

Slide 8 - Slide

Start specifieke afweer
Specifieke afweer wordt gestart doordat een APC in lymfe komt. Hierdoor wordt de specifieke afweer geactiveerd.

  • Het specifieke afweer bestaat uit lymfocyten
  • De lymfocyten gaan zich delen

Slide 9 - Slide

T-cel
B-cel
T-lymfocyt

productie
beenmerg

rijping
thymus

B-lymfocyt

productie
beenmerg

rijping
beenmerg

T-cellen ruimen (met geïnfecteerde) EIGEN lichaamscellen op
B-cellen maken antistoffen tegen ziekteverwekkers
Lymfocyten zijn 'antigeen specifiek'. Ze zijn getraind om maar slechts 1 specifiek antigeen te herkennen

Slide 10 - Slide

Twee problemen
De plaats van infectie is in het weefsel


Lymfocyten zitten vooral in de lymfeklieren.


Hoe krijgen we de lymfocyten betrokken?


1
2
De ziekteverwekker mag zich niet verder verspreiden.

Die moeten in het weefsel blijven.


Hoe herkennen de lymfocyten de ziekteverwekker?


Slide 11 - Slide

Elke ziekteverwekker heeft oppervlakte eiwitten.

Deze oppervlakte-eiwitten zijn onderdeel van de ziekteverwekker. Ze komen dus niet van nature in het lichaam voor.

Ze zijn LICHAAMSVREEMD

Specifieke fragmentjes van deze LICHAAMSVREEMDE eiwitten worden door het immuunsysteem gebruikt om te 'herkennen' welke ziekteverwekker aanwezig is.

Deze fragmentjes noem je ANTIGENEN

Slide 12 - Slide

Fagocyten zijn OOK APC's

Antigeen presenterende cellen

Ze breken de ziekteverwekker af. Daardoor kan de infectie zich niet uitbreiden.

De antigenen die bij deze afbraak ontstaan presenteert de fagocyt op zijn membraan.

Eenmaal in de lymfeklier zullen lymfocyten scannen wat de fagocyten hebben gevonden.

Slide 13 - Slide

Ondertussen in de lymfeklier

Is er een APC (fagocyt) aangekomen die een ziekteverwekker heeft opgepikt uit het weefsel. Deze heeft hij afgebroken en het antigeen gepresenteerd op een MHC-molecuul (presenteerblaadje). 
Een T-cel heeft toevallig een receptor die past op het antigeen. Hij is dus getraind om dit antigeen te herkennen.
De T-cel raakt geactiveerd en gaat aan het werk.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

T-lymfocyten
  • rijping in Thymus
  • geactiveerde T-cellen gaan zich delen en vernietigen de geïnfecteerde cellen
  • vormen T-geheugencellen

Slide 16 - Slide

Na activatie van een T-cel

1) Eerst zal deze T-cel delen. Deze T-cel heeft namelijk de juiste specifieke receptor. We hebben deze T-cel in grote aantallen nodig

Een geactiveerde T-cel heeft één van de volgende twee functies:
T-helper cel

Deze T-cel is nodig om B-cellen te activeren
OF
Cytotoxische cellen
Geïnfecteerde lichaamscellen opdracht geven om geprogrammeerde celdood (apoptose) te plegen.

Slide 17 - Slide

geïnfecteerde cel vernietigen (T-cel)

Slide 18 - Slide

B-lymfocyten
  • rijping in Beenmerg
  • geactiveerde B-cellen zich delen en maken antistoffen. Door de vorming van antigeen-antistof complex wordt ziekteverwekker onschadelijk.
  • vormen B-geheugencellen

Slide 19 - Slide

antistoffen (B-cel)
Door het antigeen-antistof complex kan de ziekteverwekker geen cel meer infecteren. 

Slide 20 - Slide

Activatie van B-cellen
Een APC presenteert een antigeen op MHC aan een inactieve B-cel

Deze B-cel heeft specifieke Ig-receptoren die ook het antigeen herkennen

Om actief te worden heeft de B-cel ook de hulp van een actieve T-cel nodig

Slide 21 - Slide

Na activatie van een B-cel

1) Eerst zal deze B-cel delen. Deze B-cel heeft namelijk de juiste specifieke receptor. We hebben deze T-cel in grote aantallen nodig

Een geactiveerde B-cel heeft de volgende functie
Antistofproductie

Een geactiveerde B-cel zal antistoffen gaan maken. Dat zijn eiwitten die specifiek het antigeen kunnen herkennen. Deze antistoffen maken de ziekteverwekker onschadelijk
antistof molecuul
antistof molecuul
antistof molecuul
antigeen specifiek deel
algemeen deel

Slide 22 - Slide

Na de infectie bestreden is zal een klein deel van de actieve B- en T-cellen achterblijven.

Deze cellen worden geheugencellen genoemd.

De cellen hebben 'onthouden' welke antigeenspecifieke moleculen het beste werken tegen deze ziekteverwekker.

Bij een tweede infectie hoeven deze cellen niet eerst worden gemaakt. Je afweersysteem reageert veel sneller.

Slide 23 - Slide

Antistoffen doden ziekteverwekkers NIET. Ze neutraliseren ze alleen maar.
Dat doen ze door met hun antigeenspecifieke delen de antigenen op de ziekteverwekker volledig af te dekken.

De ziekteverwekker kan niets meer. 
Fagocyten ruimen vervolgens de geneutraliseerde ziekteverwekkers op.

Slide 24 - Slide

De specifieke afweer samengevat.

Bestudeer ook: BINAS 84-L2


Slide 25 - Slide

Na de eerste infectie: 
  • De plasmacellen verdwijnen, alleen de geheugencellen blijven achter.
  • Bij een nieuwe infectie: geheugencellen kunnen bij een volgende infectie antigeen meteen herkennen en een snelle reactie tot stand brengen. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet uit welke componenten de specifieke afweer is gebouwd
  • Je kunt de taak van de cellen die betrokken zijn bij de specifieke afweer beschrijven 

Slide 29 - Slide

Opdracht
  • Bekijk het filmpje over Binas 84L.

  • Gebruik kleurtjes om dezelfde aantekeningen te maken als in het filmpje. 

  • Maak voor jezelf aantekeningen.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Aan de slag!
Maken opgaven 5-13
Over 15 minuten bespreken we de eerste opgaven.

Slide 32 - Slide