P&F H1 t/m 7

P&F H1 t/m 7
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

P&F H1 t/m 7

Slide 1 - Slide

Welke situatie valt onder het Personen en Familierecht?
A
verkrijgen van een ketting uit de nalatenschap
B
een veroordeling op grond van diefstal
C
toestemming van ouders voor het kopen van een fiets door een 13e jarige.
D
De fusie van twee bedrijven

Slide 2 - Quiz

Binnen hoeveel dagen dient de aangifte van geboorte te worden gedaan?
A
1 dag
B
3 dagen
C
5 dagen
D
1 week

Slide 3 - Quiz

De moeder uit wie het kind is geboren is altijd verplicht aangifte te doen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Door wie wordt de akte van geboorte opgemaakt?
A
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente
B
De basisregistratie personen van de gemeente
C
De Sociale Vezekeringsbank
D
De huisarts

Slide 5 - Quiz

Als de doodsoorzaak onbekend is, wie geeft er dan een verklaring van geen bezwaar af?
A
de huisarts
B
de koning
C
de rechter
D
de officier van justitie

Slide 6 - Quiz

Welke maatregel wordt opgelegd bij een drank of drugsverslaving?
A
Curatele
B
Mentorschap
C
Bewindvoering
D
Ondertoezichtstelloing

Slide 7 - Quiz

Een minderjarige is bij het kopen van een auto
A
handelingsonbekwaam
B
handelingsbekwaam
C
handelingsonbevoegd
D
handelingsbevoegd

Slide 8 - Quiz

Een persoon die onder onder bewind staat, is voor het verrichten van rechtshandelingen van vermogensrechtelijke aard
A
handelingsonbevoegd
B
handelingsonbekwaam

Slide 9 - Quiz

Wat is geen materieel vereiste bij het huwelijk?
A
18 jaar
B
stuiting van het huwelijk
C
geen te nauwe bloedband
D
in staat zijn de eigen wil te bepalen

Slide 10 - Quiz

Het doen van aangifte minimaal 14 dagen voor het huwelijk is een
A
materieel vereiste voor het aangaan van een huwelijk
B
formeel vereiste voor het aangaan van een huwelijk

Slide 11 - Quiz

Iedere echtgenoot is ten opzichte van een schuldeiser hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden die zijn gemaakt voor de gewone gang van zaken in het huishouden (art. 1:85 BW).

A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Je hebt toestemming van je echtgenoot als je jullie huis wil verkopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wie legt huwelijke voorwaarden vast in een akte?
A
Notaris
B
Rechter
C
ambtenaar van de burgerlijke stand
D
de akte kan door de echtgenoten zelf worden opgesteld

Slide 14 - Quiz

Hoe kan een huwelijk niet worden beëindigd
A
door de dood van een echtgenoot
B
door een echtscheiding
C
Vermissing na rechtsvermoeden van overlijden
D
door een inschrijving van een verklaring met wederzijds goedvinden

Slide 15 - Quiz

Voor een echtscheiding is altijd een rechterlijke uitspraak nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Welke stap volgt er op een verzoekschrift bij een echtscheidingsprocedure?
A
Mondelinge behandeling
B
Beschikking
C
Verweerschrift
D
Inschrijving beschikking

Slide 17 - Quiz

Wanneer is een vrouw geen juridisch moeder
A
de vrouw die het kind heeft erkend
B
de vrouw dien ten tijden van de geboorte samenwoont met de biologische moeder
C
de vrouw die het kind heeft geadopteerd
D
de vrouw die het kind ter wereld brengt

Slide 18 - Quiz

Een kind kan maximaal twee juridische ouders hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is geen voorwaarden van adoptie?
A
De adoptiefouders moeten minimaal achttien jaar ouder zijn dan het kind
B
Als het kind dat geadopteerd wordt 12 jaar of ouder is, moet het instemmen met de adoptie
C
De adoptiefouders moeten ten minste 1 jaar het kind hebben verzorgd en opgevoed
D
De adoptief ouders moeten minimaal 21 jaar oud zijn

Slide 20 - Quiz

Na echtscheiding wordt het gezamenlijk gezag behouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Welke stelling is waar?
A
ouder met gezag heeft geen plicht om de andere ouder te informeren
B
ouder met gezag heeft alleen de plicht tot het vragen van advies
C
de ouder met gezag hoeft een advies van de andere ouder zonder gezag niet op te volgen
D
Ouder met gezag is helemaal geen verantwoording verschuldigd aan de andere ouder zonder gezag

Slide 22 - Quiz

Welke kinderbeschermingsmaatregel wordt er opgelegd als het gezag van de ouders wordt beperkt?
A
Ondertoezichtstelling
B
Beëindigen van gezag.

Slide 23 - Quiz

de wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam kan de nalatenschap alleen
A
verwerpen
B
aanvaarden
C
zuiver aanvaarden
D
beneficiair aanvaarden

Slide 24 - Quiz

Als de nalatenschap zuiver wordt aanvaard, dan moet er het volgende gebeuren
A
verklaring ter griffie van de rechtbank worden ingediend
B
er hoeft niets te gebeuren bij een daden van aanvaarding
C
inschrijving in het boedelregister
D
verklaring bij de gemeente afleggen

Slide 25 - Quiz