D3: hoofd- en bijzinnen

Dinsdag 1 maart 2022
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Dinsdag 1 maart 2022

Slide 1 - Slide

2 leugens 1 waarheid
Je krijgt 3 post-it's 
Op 2 post it's schrijf je een leugen over je vakantie.

Op 1 post-it schrijf je iets wat echt is gebeurd in je vakantie.

Je plakt je post-its op je tafel
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Wat ga ik vandaag doen?
  • Agenda en huiswerk
  • VLOGS kijken
  • Hoofdzin/bijzin
  • Tom en Jerry
  • Dictoglos
  • KIK thema 1 afronden

Slide 3 - Slide

Huiswerk deze week

  • Vlogs inleveren!!! 
  • Boek uitkiezen: bibliotheek of op school

Slide 4 - Slide

Bekijk elkaars vlog
Geef tips & tops

Slide 5 - Slide

Hoofdzinnen/bijzinnen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke voegwoorden plakken een hoofdzin aan een hoofdzin?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke voegwoorden ken je?

Slide 14 - Open question

Nieuwe voegwoorden
Toen-when
 nadat-after
 voordat-before
 zodat-so
doordat-because 
als-if
terwijl-while 
zodra-as soon

Slide 15 - Slide

Maak een zin met nadat

Slide 16 - Open question

Maak een zin met als

Slide 17 - Open question

Maak een zin met toen

Slide 18 - Open question

Maak een zin met terwijl

Slide 19 - Open question

Maak een zin met zodra

Slide 20 - Open question

Werk in tweetallen
Nummer 1- kijkt het filmpje en vertelt ondertussen in het Nederlands wat er gebeurt.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wissel van rol

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Mijn omgeving

Slide 26 - Mind map

Neem de woordenlijst door.
Onderstreep de woorden die je moeilijk vindt.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Maak een zin met 'bereikbaar'

Slide 29 - Open question

Maak een zin met 'de wijk'

Slide 30 - Open question

Maak een zin met 'schuin'

Slide 31 - Open question

Taboe
Selecteer 10 woorden van de woordenlijst en schrijf elk woord op een aparte post-it. Vouw de post-its en leg ze in het zakje. Pak omstebeurt een post-it en omschrijf het woord. Je hebt er 30 seconden de tijd voor (zandloper).

Slide 32 - Slide

Welk(e) woord(en) vind je nog lastig?

Slide 33 - Open question

Huiswerk deze week

  • Boek uitkiezen: bibliotheek of op school

Slide 34 - Slide

Goed gewerkt.....See you later...............

Slide 35 - Slide