DISK thema 3 wonen (wk 10, les 2)


Nederlands



juf Hilde

Les 2
30-11-2022

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Nederlands



juf Hilde

Les 2
30-11-2022

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Woorden DISK
  • Lettermix
  • Gebiedende wijs
  • Presentaties van......?
  • Raadspelletje
  • Rendictee

Slide 2 - Slide

de keuken
  • De keuken is een plek in huis waar je eten kook.
  • de keuken - de keukens
  • zin: In de keuken staan een koelkast, een fornuis en een magnetron. 

Slide 3 - Slide

netjes
  • schoon en opgeruimd
  • het hoort zo 
  • Zin: Ik schrijf altijd netjes.
  • Zin: De kast is netjes opgeruimd.

Slide 4 - Slide

liggen
  • rusten 
  • werkwoord
  • Zin: Ik lig op mijn bed.
  • Zin: Onze boeken liggen in de kast. 

Slide 5 - Slide

lekker
  • is goed
  • smaakt goed
  • is mooi 
  • zin: Ik vind pasta lekker.
  • zin: Het is lekker weer.
  • zin: Welterusten! Lekker slapen.

Slide 6 - Slide

Kleuren
Welke kleuren ken je in het Nederlands?

Slide 7 - Slide

naast
  • aan de zijkant van iets of iemand
  • zin:  De kat zit naast de mand.
  • zin: Ik zit naast mijn vriend.

Slide 8 - Slide

overal
  • op elke plaats, 
  • op elke plek
  • zin: In de herfst liggen overal blaadjes.
  • zin: Er liggen overal spullen. 

Slide 9 - Slide

de plek
  • een plaats
  • een ruimte
  • zin: De slaapkamer is de plek om te slapen. 
  • zin: Er is geen plek meer voor deze spullen.

Slide 10 - Slide

laten
  • (nog) niet doen
  •  werkwoord
  • zin: Laat dat!
  • zin: Ik laat het je weten.

Slide 11 - Slide

lopen
  • Je benen gebruiken om vooruit te komen.
  • werkwoord
  • zin: Ik loop naar de supermarkt.
  • zin: Wij lopen naar de sporthal. 

Slide 12 - Slide

schoonmaken
  • wassen / poetsen
  • zorgen dat iets niet meer vies is
  • werkwoord
  • zin: Ik heb de groente schoongemaakt.
  • Je fiets is erg vies. Je moet hem eens schoonmaken.

Slide 13 - Slide

Bestudeer de woordenlijst
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Lettermix

Slide 15 - Slide

Gebiedende wijs

Slide 16 - Slide

Gebiedende wijs
Sta op!
Loop naar het bord!
Doe het raam dicht!
Doe het raam weer open!
Klap in je handen!
Ga weer zitten!

Slide 17 - Slide

Wanneeer?
- Een bevel
- Een instructie
- Een waarschuwing
- Een verzoek

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Theorie
Gebiedende wijs:

– de persoonsvorm staat vooraan in de zin
– de persoonsvorm staat in de ik-vorm
– er staat geen onderwerp in de zin
– er staat meestal een uitroepteken achter de zin

Slide 20 - Slide

Recept toetje
1. Laat de frambozen 30 minuten ontdooien. 
Snij dan de eierkoeken in kleine stukjes. Doe ze in een kom. 
2. Giet beetje bij beetje de limonadesiroop over de eierkoeken. Klop de slagroom stijf met een mixer of een garde.
3. Maak verschillende laagjes in de glaasjes. Bijvoorbeeld een laagje frambozen, een laagje eierkoek en een laagje slagroom. .
4. Zet het toetje minimaal 1 uur in de koelkast. 

Slide 21 - Slide

In welke zin staat de goede vorm van de gebiedende wijs?

A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 22 - Quiz

In welke zin staat de goede vorm van de gebiedende wijs?
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bintd dit touw vast!
D
Bind dit touw vast!

Slide 23 - Quiz

geven

.... die meneer eens een hand!
A
geven
B
geef
C
gaf
D
geeft

Slide 24 - Quiz



........ maar een snoepje.

A
pakken
B
pak
C
pakk
D
pakt

Slide 25 - Quiz

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Je moet opletten hoor!
B
Let op!

Slide 26 - Quiz

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Je mag niet praten!
B
Je moet niet praten.
C
Praat niet tijdens de les!

Slide 27 - Quiz

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Pak die tas eens aan!
B
Die kikker is vies!
C
Jij gemenerik!
D
Goed idee!

Slide 28 - Quiz

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Maak het eten op smaak met zout en peper.
B
Je moet het eten even op smaak brengen.

Slide 29 - Quiz

Bij de gebiedende wijs
schrijf je de ik-vorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Zinnen met een gebiedende wijs hebben geen onderwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Als je een instructie schrijft, gebruik je vaak de gebiedende wijs.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Zet het recept in de gebiedende wijs

Werk samen.

Slide 33 - Slide

Pak je pen en schrift en schrijf op!
Wil je aan de kant gaan?
Strijk jij de was?
Wil je mij even die pen geven?
Proef jij de koekjes?
Haal jij voor mij de boeken op?

Slide 34 - Slide

Vraag

Wil je aan de kant gaan?
Strijk jij de was?
Wil je mij even die pen geven?
Proef jij de koekjes?
Haal jij voor mij de boeken op?
Bevel

Ga aan de kant!
Strijk de was!
Geef mij die pen!
Proef die koekjes!
Haal die boeken op!

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Raadspelletje
Werk in tweetallen en raad de woorden van elkaars kaartje. Wie heeft de meeste goed?

Slide 37 - Slide

Rendictee

Slide 38 - Slide

Schoolwerk

  • DISK thema 3 af
  • Klare Taal: gebiedende wijs
  • Presentatie droomhuis
  • Leren toets LOWAN 'huis'

Slide 39 - Slide