Les 73 Samenvatten

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Doel van de les
  • Je weet hoe je een tekst kunt samenvatten
  • Je kunt belangrijke informatie in een tekst herkennen
  • Je kunt uitleggen waarom dit de belangrijkste informatie is
  • Je kunt zelf de belangrijkste informatie uit een tekst samenvatten

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vragenrondje
  • Waarom zou je een samenvatting maken?
  • Je onthoudt de stof beter
  • Je kunt de samenvatting teruglezen

  • Wat is het stappenplan voor een goede samenvatting?
  1. Lees de tekst globaal. Bepaal het onderwerp van de tekst. 
  2. Lees de tekst intensief, woord voor woord. Bepaal de hoofdzaken van de tekst. 
  3. Noteer de titel
  4. Schrijf de hoofdzaken op. Dit vormt je samenvatting. Soms geef je een voorbeeld. 
  5. Lees je samenvatting hardop voor. Begrijp je wat er staat? Begrijp ik ook de oorspronkelijke tekst nog? 

  • Let op
  • Zorg dat de samenvatting een lopende tekst is. Schrijf volledige zinnen
  • Houd de oorspronkelijke volgorde aan

Slide 6 - Slide

Kernzinnen alinea's
  • Elke alinea van een tekst bevat een kernzin
  • Een kernzin is de belangrijkste zin in een alinea 
  • Wanneer je alle kernzinnen van een tekst onder elkaar zou zetten, heb je al een vrij goede samenvatting te pakken
  • De kernzin is vrijwel altijd de eerste, tweede of laatste zin van een alinea

Slide 7 - Slide

Volg het onderstaande stappenplan om de perfecte samenvatting te schrijven:
 
  • Lees eerst de tekst (bijvoorbeeld een hoofdstuk) helemaal door. Voordat je begint aan je samenvatting moet je weten en begrijpen waar de tekst over gaat.
     
  • Ga nu aan de slag met een potlood of markeerstiftProbeer uit elke alinea de kernzin te onderstrepen of te markeren
     
  • Schrijf deze kernzinnen onder elkaar en controleer of je geen belangrijke informatie hebt gemist. Schrijf zo nodig nog wat extra zinnen over, maar let wel op dat je niet te veel overneemt
     
  • Formuleer de kernzinnen nu in je eigen woorden en gebruik verbindingswoorden om de kernzinnen goed op elkaar te laten aansluiten. Het moet een duidelijk lopend verhaal worden.
      
  • Hou in je samenvatting de structuur van het boek aan. Er wordt niet voor niets gekozen voor deze structuur. Neem de titels van paragrafen en tussenkopjes over en zet hier de belangrijkste informatie onder die jij gevonden hebt
     
  • Klaar? Lees je samenvatting dan kritisch door. Is het een logisch verhaal geworden? Begrijp je alles wat er staat? Zou je dit volgende week ook nog begrijpen? Pas als je al deze vragen met JA kunt beantwoorden is je samenvatting compleet!

Slide 8 - Slide

Werkfase
  • Doel opdracht: je kunt de hoofdzaken uit een tekst te halen
  • Opdracht: maak opdracht 1 t/m 6, paragraaf 73, pagina 150
  • Je hebt 20 minuten de tijd om de opdrachten te maken
  • Eerst 10 minuten in stilte werken, daarna mag je zacht overleggen
  • Als je een vraag hebt, kom ik bij je
  • Mocht je al klaar zijn, ga dan alvast de tekst lezen op pagina 153 
  • Volgende les gaan we de vragen bespreken

Slide 9 - Slide

Wat wordt er bedoeld met hoofdzaken in een tekst?
A
De titel van een tekst
B
De belangrijkste informatie in een tekst
C
De bron van een tekst
D
De tussenkopjes van een tekst

Slide 10 - Quiz

Welke zinnen geeft vaak het verband met de vorige alinea in een tekst weer?
A
De laatste zin van een alinea
B
De eerste zin van een tekst
C
De laatste zin van een tekst
D
De eerste zin van een alinea

Slide 11 - Quiz

Wat zet je NIET in een samenvatting?
A
kernzinnen
B
hoofdgedachte
C
voorbeelden
D
uitleg

Slide 12 - Quiz

Wat is een kenmerk van een goede samenvatting?
A
Alle hoofdzaken staan erin.
B
Je zet de informatie om in je eigen woorden.
C
De tekst bestaat uit lopende zinnen.
D
Kernzinnen helpen je bij het samenvatten.

Slide 13 - Quiz

In een samenvatting
A
verwerk je kernzinnen.
B
komen hoofdzaken te staan.
C
Zet je veel voorbeelden.
D
komen hoofdzaken en bijzaken te staan.

Slide 14 - Quiz

Wat is de eerste stap als je een samenvatting gaat maken?
A
Lees de tekst intensief
B
Lees de tekst globaal
C
Noteer de titel
D
Noteer de tussenkopjes

Slide 15 - Quiz

Wat doe je als je samenvatting klaar is?
A
Print de samenvatting
B
Lees de samenvatting hardop voor
C
Laat je ouders de samenvatting lezen
D
Mail de samenvatting naar je docent

Slide 16 - Quiz

Waarom maak je een samenvatting?
A
Je onthoudt de stof beter
B
Je kunt de samenvatting teruglezen
C
Je oefent je handschrift
D
Je leert sneller typen

Slide 17 - Quiz