Om vragen te stellen gebruik je het hulpwerkwoord 'to do' en het hele werkwoord.
Bij she/he/it krijg je does + ow + hele ww + rest v/d zin (1)
Bij I/you/we/they krijg je do + ow + hele ww + rest v/d zin (2)
1. Does he work for your father?
2. Do you like school?