Oefenen toetsweek 2

Oefeningen toetsweek 2
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefeningen toetsweek 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Neem de tabel over en vul in

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Molmassa
Bereken de molmassa van ammoniumnitraat NH4NO3. Geef het antwoord in het juiste aantal decimalen.

Slide 3 - Slide

2 x N= 2 x 14,01 = 28,02
3 x O = 3 x 16,00 = 
Teken de structuurformules
Teken de structuurformule van:
 HOCl
C4H4O4

Geef voor elke molecuul aan of deze polair of apolair is

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hydrazine
 Hydrazine, N2H4, is een brandbare, giftige vloeistof. Bij de verbranding ontstaan stikstof en water.
1) Geef de reactievergelijking van de verbranding van hydrazine. Hydrazine lost goed op in water.
2)Leg op microniveau uit dat hydrazine prima oplost in water.
3) Teken twee moleculen Hydrazine met twee moleculen water


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Naamgeving
Geef de juiste namen:
SO2
N2O3
P2O5

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kookpunt
De stoffen cadaverine (H2N-(CH2)5-NH2) en
putrescine (H2N-(CH2)4-NH2) komen vrij bij de afbraak van eiwitten. Ze stinken enorm en zorgen onder andere voor de geur van rottend vlees.

Leg op microniveau uit welke van deze twee stoffen het hoogste kookpunt heeft.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verbranding
Hydrazine, N2H4, is een brandbare, giftige vloeistof. Bij de verbranding ontstaan stikstof en water.
1) Geef de reactievergelijking van de verbranding van hydrazine
2) Bereken hoeveel kg stikstof er ontstaat wanneer je 2 kg hydrazine gaat verbranden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kookpunt
Welke van deze stoffen heeft een hoger kookpunt en verklaar op microniveau waardoor dat komt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kookpunt
Welke van deze stoffen lost beter op in water.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Massa percentage
In de praktijk gebruikt men vaak een oplossing met 32 massa-% ammoniak.
Bereken hoeveel gram ammoniak zich bevindt in 1,00 L ammonia met een
    massapercentage van 32,0%. Gebruik tabel 43A.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions