2.2 Christendom en de Islam A

Tijd van Monniken en Ridders
2.2 Christendom en de Islam
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tijd van Monniken en Ridders
2.2 Christendom en de Islam

Slide 1 - Slide

Terugblik




Noem drie plichten die een leenman had tegenover zijn heer.

Welk recht kreeg de leenman daarvoor in ruil?

Slide 2 - Slide

Terugblik
1 Hij moest zijn leenheer militair ondersteunen.
2 Hij moest zijn gebied besturen.
3 Hij moest in zijn gebied rechtspreken.

Hij mocht de opbrengsten van het gebied voor zichzelf en het bestuur gebruiken.




Slide 3 - Slide

Feodale stelsel: hoe het werkt
  • Feodale stelsel: manier van besturen  waarbij leenheren gebied 'in leen geven' aan leenmannen
  • Dit is een politiek systeem
  • Persoonlijk contract gebaseerd op een eed van trouw en belofte (om de leenheer bij te staan) door de leenman in ruil voor grondgebied en bescherming.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Feodaal systeem - de zwakke punten!
  • Leenmannen waren lastig te controleren
  • Ze opereerden steeds meer zelfstandig en ongehoorzaam (koning in hun eigen domein) 
  • Ze maakten hun ambt erfelijk (eigenlijk na dood leenman domein weer terug aan leenheer) 
  • Trouw en loyaliteit als fundament van het systeem voor 'politieke eenheid'. Echter verraad en opstand tegen de eigen heer kwam vaak voor.
  • Leenmannen hadden vaak meerdere leenheren en speelden deze uit bij onderlinge conflicten

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Na het bestuderen van de paragraaf kun je

  • met voorbeelden uitleggen hoe het christendom werd verspreid;
  • uitleggen dat de samenwerking tussen Frankische koningen en de kerk voordelig was voor beide partijen;
  • de kerkelijke hiërarchie beschrijven;

Slide 7 - Slide

Groei van het christendom vanaf 500: Pausen en koningen
  • De Franken hadden in de strijd om macht in Gallie (Frankrijk) het meest succes door het verbond met de paus (bekering koning Clovis)
  • Wederzijds belang:
    - Vorsten (goddelijke rechtvaardiging en gebruik van bisschoppen als bestuurders)
    - Paus (militaire steun en kerstening volk)
  • Tweezwaardenleer:
    - Koningen hadden alleen wereldlijke macht.
    - Kerk had geestelijke macht.

Slide 8 - Slide

Bekering en syncretisme
  • Syncretisme: bij de overgang naar een nieuw geloof, aansluiting zoeken bij bestaande opvattingen en praktijken:
  • 25 december (geboorte van de zon als geboorte van christus)
  • Pasen (wederopstanding Jezus) op de dag van Germaans lentefeest
  • Intrede van heiligen en verering van relikwieën als vervanging van heidense goden
  • Kerkjes bouwen op heidense heilige plekken

Slide 9 - Slide

seculiere geestelijken (priesters)
& reguliere geestelijken (monniken)
  • Twee soorten geestelijken:
    - reguliere (in kloosters)
    - seculiere (in de 'wereld', tussen de mensen)
  • In de 3e eeuw ontstonden kloosters (afzondering van de verleidelijke wereld, leven in dienst van het geloof)
  • In de 6e eeuw: kloosterregels Benedictus van Nursia, later Benedictijnen (armoede, gehoorzaamheid aan abt, bidden en werken, onthouding)
  • Door schenkingen door elite verwierven kloosters veel grond en kregen een rol in het beheer van domeinen
  • Grote rol in het onderwijs en bewaren en doorgeven klassieke erfgoed (boeken oudheid)

Slide 10 - Slide

R.K. Hiërarchie 
(seculiere geestelijken)
  • Aan het hoofd de paus (opvolger apostel Petrus). Hij bepaalde het beleid
  • Daaronder de kardinalen (zij kiezen ook een nieuwe paus en geven advies)
  • Bisdommen: bisschoppen aan het hoofd van kerkelijke bestuursgebieden, soort kerkelijke provincie (overeenkomstig met wereldlijk bestuurd gebied)
  • Parochies: lokale geestelijken in dorpen

Slide 11 - Slide

Kerstening van Nederland
  • Met de komst van missionaris Willibrord uit Engeland in 690 werden meerdere christelijke leefgemeenschappen uitgezet 
  • Vanuit Utrecht werden missionarissen opgeleid en uitgezonden (b.v: Bonifatius)
  • Het kersteningsproces verliep moeizaam, vooral tegen de Friezen. Koning Radboud gaf niet toe.
  • Bonifatius werd in 754 bij Dokkum door een groep Friezen vermoord!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Huiswerk


Maak paragraaf 2.2 tm vraag 6.
timer
1:00

Slide 14 - Slide