Symmetrie

Symmetrie in de natuur
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Symmetrie in de natuur

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
  • Weet ik wat de drie vormen van symmetrie zijn
  • Heb ik een collage gemaakt over de drie vormen van symmetrie in combinatie met de  drie vakken van mens en natuur.

Slide 2 - Slide

Introductie
Overal om ons heen is symmetrie. Mensen vinden symmetrie mooi. 
Mooie gebouwen en tuinen zijn vaak symmetrisch: 
de linker- en de rechterhelft zijn dan hetzelfde.

Slide 3 - Slide

Lijnsymmetrie

Slide 4 - Slide

Vouwlijn
Je kunt de vlinder dubbelvouwen over de rode stippellijn. De twee helften passen dan precies op elkaar. Dit noemen we lijnsymmetrie.

Slide 5 - Slide

Lijnsymmetrie
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijnsymmetrie. Achterin je boek zit een spiegeltje. Hiermee kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. Leg het spiegeltje op de vouwlijn van de figuur. 
Zie je nu de hele figuur dan is deze figuur lijnsymmetrisch.

Slide 6 - Slide


Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?
A
Alleen het vliegtuig.
B
Alleen het verkeersbord.
C
Geen van beide.
D
Allebei.

Slide 7 - Quiz

Symmetrieas
Alleen het vliegtuig is lijnsymmetrisch. 
Je kan het spiegeltje op de rode vouwlijn
leggen om dit te controleren.
Deze vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 8 - Slide

Spiegelsymmetrie
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijn- of spiegelsymmetrie. Met een spiegeltje kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. Leg het spiegeltje op de vouwlijn van de figuur. 
Zie je nu de hele figuur dan is deze figuur lijnsymmetrisch.

Slide 9 - Slide

Symmetrieassen
Sommige figuren hebben meerdere symmetrieassen.
                                                        Het logo van Mercedes heeft
                                                        drie symmetrieassen.

                                                         Als je een symmetrieas tekent dan
                                                         loopt deze altijd door de figuur heen
                                                         en stopt niet bij de rand.    

Slide 10 - Slide

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 11 - Quiz

Uitleg
Er zijn 4 symmetrieassen. 
Dit kun je controleren door het spiegeltje op de symmetrieassen te zetten.

Slide 12 - Slide

Hoeveel symmetrieassen
heeft een vierkant?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen
heeft een rechthoek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Draaisymmetrie
Figuren kun je draaien om hun middelpunt. Wanneer je een figuur helemaal ronddraait, past hij weer precies op zichzelf.

Een plaatje of figuur kan draaisymmetrisch zijn. Een figuur is draaisymmetrisch als het precies op het origineel past na minder dan een heel rondje (360°) draaien.

Het punt waar de figuur omheen draait, noem je het draaipunt.

Slide 15 - Slide

Draaisymmetrisch
Deze figuur is draaisymmetrisch:

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
In een heel rondje past deze figuur 4 keer op zichzelf.

De kleinste draaihoek is:
360° : 4 = 90°

Na 90° draaien past deze figuur 
weer precies op zichzelf.

Slide 17 - Slide

Uitleg
In een heel rondje past deze figuur 3 keer op zichzelf.

De kleinste draaihoek is:
360° : 3 = 120°

Na 120° draaien past deze figuur 
weer precies op zichzelf.

Slide 18 - Slide

Wat is de kleinste draaihoek?
A
30°
B
60°
C
90°
D
120°

Slide 19 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90°
B
120°
C
180°
D
360°

Slide 20 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
30°
B
45°
C
60°
D
90°

Slide 21 - Quiz

Uitleg
In een heel rondje past deze figuur 5 keer op zichzelf.

De kleinste draaihoek is:
360° : 5 = 72°

Na 72° draaien past deze figuur 
weer precies op zichzelf.

Slide 22 - Slide

Draaisymmetrisch en lijnsymmetrisch
Sommige figuren zijn draaisymmetrisch en lijnsymmetrisch.

Deze figuur is:
  • lijnsymmetrisch: het heeft 4 symmetrieassen
  • draaisymmetrisch: de kleinste draaihoek is
       360° : 4 = 90°

Slide 23 - Slide

Kleinste draaihoek
We kunnen een draaisymmetrische figuur draaien om het draaipunt.
Een heel rondje draaien is 360°.

Een draaisymmetrische figuur past bij minder dan een heel rondje weer precies op zichzelf.

De kleinste draaihoek geeft aan na hoeveel graden draaien een figuur weer op zichzelf past.

Slide 24 - Slide

Wat is de kleinste draaihoek?
A
30°
B
45°
C
60°
D
90°

Slide 25 - Quiz


Welke figuren zijn draaisymmetrisch?
A
Alle drie.
B
Alleen 1. en 2.
C
Alleen 1. en 3.
D
Alleen 2. en 3.

Slide 26 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
120°
B
60°
C
180°
D
360°

Slide 27 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90°
B
72°
C
36°
D
180°

Slide 28 - Quiz

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?
A
Geen symmetrie.
B
Alleen lijnsymmetrie.
C
Alleen draaisymmetrie.
D
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Slide 29 - Quiz

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?
A
Geen symmetrie.
B
Alleen lijnsymmetrie.
C
Alleen draaisymmetrie.
D
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Slide 30 - Quiz

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?
A
Geen symmetrie.
B
Alleen lijnsymmetrie.
C
Alleen draaisymmetrie.
D
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Slide 31 - Quiz

Ik kan vertellen wat lijnsymmetrie is.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 32 - Quiz

Ik kan vertellen wat lijnsymmetrie is.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 33 - Quiz

Ik kan een figuur spiegelen in een lijn.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 34 - Quiz

Ik kan de kleinste draaihoek berekenen.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 35 - Quiz

Lesdoelen
Na deze les:
  • Weet ik wat de drie vormen van symmetrie zijn
  • Heb ik een collage gemaakt over de drie vormen van symmetrie in combinatie met de drie vakken van mens en natuur.

Slide 36 - Slide

Actie
  • Maak een collage over de drie vormen van symmetrie in combinatie met de drie vakken van mens en natuur.
  • Lijn-, draai- en puntsymmetrie;
  • Scheikunde, natuurkunde en biologie.
  • 25 min de tijd!

Slide 37 - Slide