bijvoeglijke naamwoorden

bonjour!
J'ai un boulot très intéressant! een werk
Prends ton livre, ton cahier et ton ordinateur portable.


1. p.88, 89 apprend voca B ou utilise Slim Stampen.
2. Fais les exercices de chapitre 2 D Grammaire

timer
15:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

bonjour!
J'ai un boulot très intéressant! een werk
Prends ton livre, ton cahier et ton ordinateur portable.


1. p.88, 89 apprend voca B ou utilise Slim Stampen.
2. Fais les exercices de chapitre 2 D Grammaire

timer
15:00

Slide 1 - Slide

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 2 - Quiz


Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over;
A
een werkwoord
B
de zin waar hij in staat
C
een zelfstandig naamwoord
D
MeDiPlaDi's

Slide 3 - Quiz

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord ?
A
beau
B
petit
C
qui
D
cher

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Le lit est grand.
B
Le lit est grande.

Slide 6 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
La plage est beau.
B
La plage est beaux.
C
La plage est belle.
D
La plage est belles.

Slide 7 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Ik heb een mooi huis.
A
Ik
B
heb
C
Mooi
D
Huis

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je een bijvoeglijk naamwoord 'meervoud' ?
A
er hoeft niks achter
B
met een extra -s of -es
C
met een extra -e
D
met een extra -i

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Ga naar rtlnieuws en ...
zoek nieuws over Nederland en Frankrijk.

Slide 12 - Slide