De Kern 3.4 3.5 en 3.7: de arbeidsmarkt

Terugblik vorige les
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Terugblik vorige les

Slide 1 - Slide

Terugblik vorige les
Arbeid: 
- definities
- indelingen

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
Arbeid: 
- definities
- indelingen
Scholing

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Blz. 59 opgave 4, 5, 6
Blz. 61 opgave 4, 5, 6

Extra opgaven - nabespreken

Slide 4 - Slide

Arbeidsmotieven
  1. Geld verdienen
  2. Financiële onafhankelijkheid
  3. Zelfontplooiing (jezelf ontwikkelen)
  4. Sociale contacten
  5. Nuttig willen zijn voor anderen
  6. Arbeidsvreugde (voldoening, plezier in je werk)

Slide 5 - Slide

Geld verdienen: arbeidsvoorwaarden
Afspraken die je maakt met de werkgever.
Primaire arbeidsvoorwaarden: hierin zijn de belangrijkste zaken geregeld zoals het loon, arbeidsduur, werktijden en vakantiedagen. 

Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn de beloningen die je afspreekt met je werkgever bovenop je salaris (bijvoorbeeld studiekosten, auto/telefoon van de zaak, reiskostenvergoeding)

Slide 6 - Slide

De Kern 3.4, 3.5, 3.7

De Arbeidsmarkt

Slide 7 - Slide

Quiz 3.1-3.3
Arbeid - scholing - arbeidsmotieven

Slide 8 - Slide

Wat wordt bedoeld met arbeid in ruime zin?
A
Arbeid waarvoor betaald wordt
B
De belastingdienst ziet het ruim: dus zwartwerk
C
Geschoolde arbeid: dan heb je ruime keuze in werk
D
Alle arbeid, zowel betaald als onbetaald

Slide 9 - Quiz

Bij formele arbeid gaat het om arbeid die geregistreerd is door het CBS.

Hoe komt het CBS aan de gegevens?
A
Via de belastingdienst
B
Via het ministerie van financiën
C
Via de werkgever
D
Via de werknemer

Slide 10 - Quiz

Niet-geregistreerde arbeid, waar wel voor wordt betaald.
Van welk soort werk is hier sprake?
A
Witwerk
B
Zwartwerk
C
Grijswerk

Slide 11 - Quiz

Geef een voorbeeld van grijswerk

Slide 12 - Open question

Stelling:
Zwartwerken is verboden
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 13 - Quiz

Noem 2 arbeidsmotieven

Slide 14 - Open question

Extra opgaven 3.1 -3.3

VRAAG 3 mag je nu in de les overslaan

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
  1. ik kan uitleggen wat bedoeld wordt met de arbeidsmarkt 
  2. ik kan uitleggen waaruit de vraag naar arbeid bestaat
  3. ik kan uitleggen waar het aanbod van arbeid uit bestaat
  4. ik kan 2 manieren noemen hoe vraag en aanbod van arbeid elkaar kunnen vinden

Slide 16 - Slide

Vragen vooraf: wat weet je al?
  • Leg uit of de arbeidsmarkt een concrete of een fysieke     markt is?
  • Van wie komt de vraag naar arbeid?
  • Wie bieden arbeid aan?

Slide 17 - Slide

3.4 Aanbod van arbeid - beroepsbevolking

  • alle mensen tussen 15 en 75 jaar
  • die betaald werk hebben
  • of die werkloos zijn, maar wel willen en kunnen werken 
  • en beschikbaar zijn om te werken

Slide 18 - Slide

3.4 Aanbod van arbeid - beroepsbevolking
Schema maken op het bord:
  • Totale bevolking
  • Te jong/te oud/beroepgsgeschikt
  • Beroepsbevolking/niet-actieven
  • Werkzame deel van de beroepsbevolking/werkloze deel van de beroepsbevolking

Slide 19 - Slide

3.4 Aanbod van arbeid - beroepsbevolking
Wat valt onder niet-actieven?
  • huismannen/-vrouwen die ervoor kiezen geen betaalde arbeid te hebben
  • studenten (die wel willen, maar niet direct beschikbaar zijn)
  • mensen die niet willen werken en daarvoor genoeg geld hebben
  • arbeidsongeschikten

Slide 20 - Slide

3.5 Vraag naar arbeid - werkgelegenheid
  • Komt van werkgevers, dat zijn: bedrijven/overheid
  • Kan formeel als informeel zijn 

Slide 21 - Slide

3.5 Vraag naar arbeid - werkgelegenheid
Werkgelegenheid bestaat uit:
  • Vervulde banen
  • Vacatures


Slide 22 - Slide

3.7 De arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt (zowel vraag als aanbod) bestaat uit verschillende deelmarkten:
- bijvoorbeeld de markt voor arbeiders in de gezondheidszorg, 
   in het onderwijs of in de bouw 


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

3.7 De arbeidsmarkt - twee vragen:
Hoe komen vraag en aanbod bij elkaar?
Hoe komt de prijs van arbeid tot stand (oftewel de hoogte van het loon) ?

Slide 25 - Slide

Hoe komen vraag en aanbod bij elkaar?
  • vacatures in de krant, op social media/internet
  • uitzendbureaus
  • headhunters
  • via familie, kennissen, vrienden ....

Slide 26 - Slide

Thuisvraag: Hoe komt de prijs van arbeid tot stand?
Bij een tekort aan arbeidskrachten daalt/stijgt het loon

Bij een overschot aan arbeidskrachten daalt/stijgt het loon

Slide 27 - Slide

Huiswerk:
Leren de Kern 3.4, 3.5 en 3.7

Maken de Kern blz. 65 opgave 1, 2, 3
               de Kern blz. 67 opgave 1,2, 3
Thuisvraag op dia 19: Hoe komt de prijs van arbeid tot stand

Slide 28 - Slide