H4 grammatica tl/havo

H4 grammatica
meewerkend voorwerp
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

H4 grammatica
meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

H4 woordenschat
Ik kan het meewerkend voorwerp van een zin vinden.
lessonup
startopdracht en filmpje
Nederlands
20 mei 2021
Maak opdracht 1 t/m 3
kijk na!
Klaar? maak 4*
Hoe ging het?
Doel behaald?
afmaken opdracht 1 t/m 3 voor volgende week donderdag 27 mei

Slide 2 - Slide

Wat is het mv?
Het mv is vaak een persoon aan wie iets wordt gegeven of er  wordt verteld dat iets voor iemand is.

Slide 3 - Slide

Hoe vind je het mv?
stel de vraag:
Aan /Voor wie/ wat+ gezegde+ onderwerp+ (lv)?

Slide 4 - Slide

Let op:
  • Als een zinsdeel met aan of voor begint en het geeft een plaats / plek / locatie aan, dan is het GEEN meewerkend voorwerp.
  • Een onderwerp en een lijdend voorwerp kunnen NIET met een voorzetsel beginnen: aan, voor, tussen, op, over, in, achter, met, na

Slide 5 - Slide

meewerkend voorwerp (mv)
Staat niet in elke zin!
Staat vaak in zinnen waarin ook een lv staat
Staat in zinnen waarin iets van de een naar de ander gaat

Slide 6 - Slide

MV?


Steve Wildschut sms'te de conciërge de reden van zijn afwezigheid. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

MV?


De assistente maakte voor de cliënt een nieuwe afspraak.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

startopdracht
filmpje 
groene blok
even oefenen:

Slide 11 - Slide

In elke zin staat een lijdend voorwerp
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Als er geen meewerkend voorwerp is kan er wel een lijdend voorwerp zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat is het Meewerkend Voorwerp?

Bij het afscheid gaf hij haar een zoen.
A
haar
B
hij
C
een zoen
D
bij het afscheid

Slide 14 - Quiz

Ik gaf mijn beste vriend een mooi cadeau.
Het meewerkend voorwerp is:
A
Ik
B
mijn beste vriend
C
een mooi cadeau
D
gaf

Slide 15 - Quiz

Gaan jullie de burgemeester interviewen?

het meewerkend voorwerp is:
A
gaan interviewen
B
de burgemeester
C
geen meewerkend voorwerp
D
jullie

Slide 16 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

'Mijn oma appt mij het recept.'
A
Mijn oma
B
mij
C
het recept
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 17 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
'De jongen schrijft een liefdesbrief aan zijn vriendin.'
A
De jongen
B
een liefdesbrief
C
aan zijn vriendin
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 18 - Quiz

mv in deze zin is?
Zal ik voor jou ook een eitje bakken?
A
een eitje
B
jou
C
voor jou
D
geen mv

Slide 19 - Quiz

Wat is het mv?
Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied.
A
voor de jarige
B
de jarige
C
alle aanwezigen
D
een vrolijk welkomstlied

Slide 20 - Quiz

H4 woordenschat
Ik kan het meewerkend voorwerp van een zin vinden.
lessonup
startopdracht en filmpje
Nederlands
20 mei 2021
Maak opdracht 1 t/m 3
kijk na!
Klaar? maak 4*
Hoe ging het?
Doel behaald?
afmaken opdracht 1 t/m 3 voor volgende week donderdag 27 mei

Slide 21 - Slide

Extra:

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Link

Slide 28 - Video