What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Gram. zinsdelen/woordsoorten H5
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Planning
Openen (5)
Enkelvoudige en samengestelde zinnen (15)
Aan de slag! (25)
Kahoot (10)
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Dus.....
Ik moet naar de stad lopen. (enkelvoudig)
Mijn fiets is kapot. (enkelvoudig
Maak hier één zin van!
Slide 4 - Slide
Ik moet naar de stad lopen, want mijn fiets is kapot. = samengestelde zin.
want = voegwoord
Slide 5 - Slide
oefenen
Slide 6 - Slide
Ik zwem in de zee en daarna ga ik zonnen.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 7 - Quiz
Ik liep gisteren via een omweg naar school.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 8 - Quiz
Toen de ridder zijn geliefde dood aantrof, pleegde hij zelfmoord.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
oefenen
Slide 11 - Slide
Het regent heel hard.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 12 - Quiz
Pim blijft thuis, omdat het heel hard regent.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 13 - Quiz
Ik koop geen cd's, want ik gebruik altijd mijn iPod.
A
hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 14 - Quiz
Omdat ik altijd mijn Ipod gebruik, koop ik geen cd's.
A
hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Dus......
Ik moet naar de stad lopen, want mijn fiets is kapot.
Want = voegwoord
HZ=HZ
Slide 17 - Slide
oefenen
Slide 18 - Slide
Wat is het voegwoord in onderstaande zin?
Toen het begon te regenen, gingen we snel naar binnen.
A
toen
B
gingen
C
het
D
snel
Slide 19 - Quiz
Morgen gaan we naar de bioscoop en daarna gaan we zwemmen.
en
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 20 - Quiz
Iedereen mag mee op excursie, tenzij je verkoudheidsklachten hebt.
tenzij
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord
Slide 21 - Quiz
Samenvatting
Enkelvoudige zinnen: een zin met één persoonsvorm.
Samengestelde zinnen: zinnen met twee persoonsvormen.
- Een samengestelde zin kan bestaat uit HZ+HZ of HZ+BZ (of andersom).
Deze twee zinnen zijn met elkaar verbonden door een voegwoord.
- Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee woorden, woordgroepen of hoofdzinnen met elkaar.
- Onderschikkende voegwoorden verbinden een hoofdzin met een bijzin.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Aan de slag! (25)
Maken opdracht 1, 2 en 3 van grammatica zinsdelen H5.
--> Online methode
Klaar? Maken opdracht 4.
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Grammatica, spelling en formuleren les 3
September 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica - Nevenschikking en onderschikking
January 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H 4.1 Grammatica zinsdelen - Hoofd- en bijzinnen
October 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Di 6 juni enkelvoudige en samengestelde zinnen
November 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Nevenschikking en onderschikking
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
HV3: Grammatica zinsdelen: samengestelde zinnen
December 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3VE: Periode 5 - week 1
February 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HA3: Samengestelde zinnen
October 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3