H2 les 4 water

Leerdoelen 
Je kunt:
  • uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt van een stof zijn.
  • uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leerdoelen 
Je kunt:
  • uitleggen wat het kookpunt en smeltpunt van een stof zijn.
  • uitleggen hoe je het vriespunt of smeltpunt van water kunt verlagen.

Slide 1 - Slide

Vorige les...


Even checken of je nog weet waar de vorige les over ging.

Slide 2 - Slide

Benoem de 6 faseovergangen
timer
2:00

Slide 3 - Open question

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 4 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 5 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 6 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 7 - Quiz

En deze dan?

Slide 8 - Open question

En deze?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

theorie § 4
  • Water kookt bij een temperatuur van 100 ℃
  • Als water kookt zie je overal in de vloeistof dampbellen ontstaan.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

  • kookpunt = het punt waarop de stof gaat verdampen.
  • Bijna elke zuivere stof heeft zijn eigen, kenmerkende kookpunt.

Slide 15 - Slide

Wat is ook alweer een zuivere stof?

Slide 16 - Slide

Elke stof heeft zijn eigen smeltpunt en kookpunt:
lager dan smeltpunt:
vaste stof
tussen smeltpunt en kookpunt:
vloeistof
hoger dan kookpunt:
gas 


Slide 17 - Slide

vriespunt/smeltpunt verlagen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Smelt- en kooktraject
Bij een mengsel heb je niet 1 temperatuur waarbij de fase verandert. De faseverandering vindt plaats tussen twee temperaturen in. Dit noemen we een smelt- of kooktraject.

Slide 20 - Slide

Afsluiting
Leer de faseovergangen uit je hoofd als je dit nog niet kan!

Maak de vragen 43 t/m 57 
in je werkboek A blz 57 - 60

Slide 21 - Slide