Commercieel Technicus Communicatie les 1

Commercieel Technicus Communicatie les 1
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Commercieel Technicus Communicatie les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is communicatie?
A
Het overbrengen en ontvangen van informatie tussen twee of meer mensen.
B
Het gebruik van technologie om te praten met anderen.
C
Alleen praten, niet luisteren.
D
Het overtuigen van iemand anders.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van ruis in de communicatie?
A
Een duidelijk telefoongesprek.
B
Lawaai tijdens een vergadering.
C
Een goed geplande presentatie.
D
Een email zonder spelfouten.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'non-verbale communicatie'?
A
Communicatie via gesproken woorden.
B
Communicatie zonder woorden, zoals gezichtsuitdrukkingen en gebaren.
C
Het gebruik van technische hulpmiddelen in communicatie.
D
Alleen schrijven in plaats van praten

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar:
Non-verbale communicatie is minder belangrijk dan verbale communicatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk van de volgende is een voorbeeld van non-verbale communicatie?
A
Een handgeschreven brief
B
Een sms-bericht
C
Een glimlach
D
Een telefoongesprek

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je ruis in de communicatie verminderen?
A
Duidelijk spreken en actief luisteren
B
Meer praten en minder pauzes nemen
C
Alleen communiceren via schrift
D
Emoties volledig vermijden

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar: Je lichaamstaal kan een andere boodschap overbrengen dan je woorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van effectieve communicatie?
A
Je eigen mening zo vaak mogelijk herhalen
B
Duidelijke en begrijpelijke boodschappen
C
Gebruik van complexe taal om indruk te maken
D
Alleen non-verbale signalen gebruiken

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van interne ruis.

Slide 10 - Mind map

Afleiding door eigen gedachten:

De ontvanger is mentaal bezig met persoonlijke zorgen of andere zaken, zoals plannen voor later die dag, waardoor ze de boodschap niet volledig opnemen.
Emotionele blokkades:

De ontvanger voelt zich boos, gefrustreerd of verdrietig, waardoor ze niet openstaan voor de boodschap.
Onbegrip door een gebrek aan voorkennis:

De ontvanger begrijpt de inhoud niet volledig omdat ze onvoldoende achtergrondinformatie hebben over het onderwerp.
Vooroordelen of aannames:

De zender of ontvanger heeft al een oordeel over de ander, wat de interpretatie van de boodschap beïnvloedt.
Concentratieverlies door vermoeidheid:

De ontvanger is moe en kan zich daardoor moeilijk concentreren op wat er gezegd wordt.
Onzekerheid of twijfel:

De zender twijfelt aan hoe ze de boodschap overbrengen, waardoor de boodschap onduidelijk of verwarrend kan worden.
Stress of drukte:

De ontvanger ervaart stress, bijvoorbeeld door deadlines of persoonlijke problemen, waardoor ze de boodschap niet goed opnemen.
Taalbarrière in je eigen hoofd:

De ontvanger kan de terminologie of vaktaal niet goed begrijpen, ondanks dat de boodschap in dezelfde taal wordt gecommuniceerd.
Verkeerde interpretatie van non-verbale signalen:

De ontvanger interpreteert een neutrale gezichtsuitdrukking als boosheid, wat de boodschap verkeerd overbrengt.
Overanalyse:

De ontvanger denkt te veel na over de intenties achter de boodschap, waardoor de kern verloren gaat.
Noem een voorbeeld van externe ruis.

Slide 11 - Mind map

Omgevingsgeluiden:

Luid praten van anderen in de omgeving.
Machines die geluid maken, zoals een drilboor of printer.
Muziek of verkeer op de achtergrond.
Slechte geluidskwaliteit:

Een ruisende telefoonverbinding of slechte kwaliteit van een microfoon tijdens een online meeting.
Storingen of interferentie bij een radiosignaal.
Visuele afleidingen:

Mensen die door een ruimte lopen tijdens een presentatie.
Fel knipperende lichten of een beeldscherm dat stoort.
Onrustige slides tijdens een presentatie die de aandacht afleiden van de spreker.
Technische storingen:

Een slecht functionerende projector of computer die crasht tijdens een presentatie.
Een videoverbinding die hapert tijdens een online vergadering.
Fysieke barrières:

Een muur of glaswand tussen zender en ontvanger die communicatie belemmert.
Wind of regen die geluiden vervormt als je buiten communiceert.
Overlappende communicatie:

Twee mensen die tegelijk praten, waardoor de boodschap niet goed overkomt.
Een vergadering waarin meerdere gesprekken door elkaar heen lopen.
Onjuiste of ontbrekende informatie:

Een fout in een hand-out of een slide die de boodschap verwarrend maakt.
Het ontbreken van belangrijke visuele ondersteuning, zoals een schema of tekening.
Afleidingen door technologie:

Telefoons die afgaan tijdens een gesprek of presentatie.
Mensen die op hun laptop of telefoon bezig zijn terwijl ze zouden moeten luisteren.
Weersomstandigheden:

Harde wind of regen die communicatie buiten verstoort.
Overmatig felle zon die schermen onleesbaar maakt.
Taal- of accentbarrières (technisch):

Slecht afgestelde automatische vertalingen of spraakherkenning die woorden verkeerd interpreteert.
Wat verstaan we onder coderen en decoderen?

Slide 12 - Open question

Coderen = het omzetten van gedachten en gevoelens in woorden, lichaamstaal of beelden
• Decoderen = het omzetten van woorden, lichaamstaal of beelden in betekenis

Noem 4 soorten communicatie:

Slide 13 - Open question

Meta
Massa
Formeel/informeel
Interpersoonlijke (tussen 2 of meer personen)
Intrapersoonlijke (communicatie die je met jezelf voert)
Verbale- en non verbale
Mondelinge, 
schriftelijke, 
visuele, 
auditieve
groepscommunicatie
Crossculturele