klas 1 H35H36

Klas 1 - 26 april
  • Even herhalen: persoonlijk, bezittelijk, betrekkelijk en aanwijzend voornaamwoord
  • TW2: grammatica H35 en H36 en woordenschat H32 t/m H36
  • instructie H36 'bijwoord en voorzetsel'
  • oefenen met woordenschat
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klas 1 - 26 april
  • Even herhalen: persoonlijk, bezittelijk, betrekkelijk en aanwijzend voornaamwoord
  • TW2: grammatica H35 en H36 en woordenschat H32 t/m H36
  • instructie H36 'bijwoord en voorzetsel'
  • oefenen met woordenschat

Slide 1 - Slide

test!

Slide 2 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord AV

Slide 3 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord AV
Je kunt een AV op twee manieren gebruiken:
- bijvoeglijk: het staat dan voor een ZN
vb. Deze uitleg is heel fijn. 

- zelfstandig: er staat GEEN ZN voor. 
vb. Dit is heel fijn. 

Slide 4 - Slide

Vul een passend AV in:
Op ...... oude schilderij staat de burgemeester van Arnhem.

Slide 5 - Open question

Vul een passend AV in:
Heb je ... boek over computers gekocht bij ..... nieuwe winkeltje in de Goudsteeg?

Slide 6 - Open question

Mooie sneakers, die wil ik ook!
A
die is bijvoeglijk gebruikt
B
die is zelfstandig gebruikt.

Slide 7 - Quiz

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in deze zin:
Ik kijk televisie met mijn broertje.
A
ik
B
mijn
C
televisie
D
broertje

Slide 8 - Quiz

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in deze zin:
Zij geeft mij altijd complimentjes.
A
zij
B
mij
C
zij én mij
D
altijd

Slide 9 - Quiz

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in deze zin:
Ik geef het op.
A
ik
B
het
C
ik én het
D
op

Slide 10 - Quiz

Is 'ons' persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:
Zij kijkt ons indringend aan.
A
pers.vnw
B
bez.vnw
C
geen van beide
D
allebei

Slide 11 - Quiz

Is 'ons' persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:
Ons idee is om een taart te bakken.
A
pers.vnw
B
bez.vnw
C
geen van beide
D
allebei

Slide 12 - Quiz

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
De beslissing die de regering nam, was erg lastig.

Slide 13 - Open question

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Het mooiste boek dat ik ooit gelezen heb was 'De gelukvinder'

Slide 14 - Open question

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Wie dit leest is gek.

Slide 15 - Open question

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Het leukste wat we dit schooljaar hebben gedaan, waren de opdrachten tijdens Nederlands.

Slide 16 - Open question

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord?
Alle leerlingen van klas 1 gaan een goed cijfer voor hun toets halen, wat Ariane heel erg fijn vindt.

Slide 17 - Open question

Bijwoord

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

maak opdracht 1,2,3,4 blz. 146-147

Slide 24 - Slide