This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programma
Uitleg H13.7 Virussen
Kiemgetal bepaling
Bonterij
Zelf aan de slag
Slide 1 - Slide
Leerdoelen LE7
Je kan de bouw van bacteriën benoemen.
Je kunt verschillende manieren om bacteriën in te delen beschrijven.
Je kunt voorbeelden geven van schadelijke en nuttige effecten van bacteriën.
Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen verschillende micro-organismen benoemen.
Je kunt de bouw en indeling van virussen beschrijven.
Je kunt de stappen en achterliggende principes van de kiemgetalbepaling, Gramkleuring en reinstrijk omschrijven.
Je kunt uitleggen op welke verschillende manieren een virus zich kan vermeerderen (lytische cyclus en lysogenie)
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Uit welke onderdelen is een virus voornamelijk opgebouwd? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
Envelop (lipoproteïnen)
B
Celmembraan (fosfolipiden)
C
Nucleïnezuur (DNA of RNA)
D
(Eiwit)mantel
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Zoek op internet een voorbeeld van een dierlijk virus en leg uit hoe deze het dier ziek maakt.
Slide 8 - Open question
Wat bedoelt men met een gastheercel?
A
Een cel die graag geïnfecteerd wordt
B
Een cel die niet geïnfecteerd kan worden
C
Een cel waarin een virus zich voortplant
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
HIV is het virus wat de ziekte AIDS kan veroorzaken. Iemand die het HIV virus heeft, heeft niet meteen AIDS. Leg aan de hand van de lytische en lysogene cyclus uit waarom je wel besmet kunt zijn met HIV maar geen AIDS hoeft te hebben.
Slide 14 - Open question
Kiemgetalbepaling
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Bonte rij
Welke bacterie is er geënt op deze bonte rij?
Slide 21 - Slide
De bacterie is:
A
E.coli
B
Porteus mirabilis
C
Salmonella typhi
D
Porteus vulgaris
Slide 22 - Quiz
Zelf aan de slag
Voorbereiding labjournaal
LE07-B-06/ 07 & LE08-B-01
Digitale opdracht
Poster helemaal afmaken en inleveren!
Huiswerk
H13 Opdracht 21, 22a, 23 t/m 28
Slide 23 - Slide
Zijn er vragen of verbeterpunten?
Slide 24 - Mind map
Slide 25 - Slide
Uit welke onderdelen is een virus voornamelijk opgebouwd? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
Envelop (lipoproteïnen)
B
Celmembraan (fosfolipiden)
C
Nucleïnezuur (DNA of RNA)
D
(Eiwit)mantel
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Wat bedoelt men met een gastheercel?
A
Een cel die graag geïnfecteerd wordt
B
Een cel die niet geïnfecteerd kan worden
C
Een cel waarin een virus zich voortplant
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
HIV is het virus wat de ziekte AIDS kan veroorzaken. Iemand die het HIV virus heeft, heeft niet meteen AIDS. Leg aan de hand van de lytische en lysogene cyclus uit waarom je wel besmet kunt zijn met HIV maar geen AIDS hoeft te hebben.