3.1 bedrijfscultuur

3.1 bedrijfscultuur
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 bedrijfscultuur

Slide 1 - Slide

arbeidsverhoudingen
Dit is de manier waarop collega's met elkaar omgaan en de verhouding tussen baas en de mensen daaronder.

Hoe mensen binnen een bedrijf met elkaar omgaan is in elk bedrijf anders. Elk bedrijf heeft zijn eigen bedrijfscultuur. Het gaat om normen waarden binnen een bedrijf en hoe mensen met elkaar omgaan.

Slide 2 - Slide

Regels
Hoe mensen met elkaar omgaan is gebaseerd op:

- geschreven regels: wetten en regels op de werkplek zoals veiligheidsregels en ontslagprocedures.
- ongeschreven regels: afspraken die niet vastliggen zoals elke vrijdagmiddag een borrel met de collega's

Slide 3 - Slide

Ethiek op de werkplek
In je werk krijg je soms te maken met dingen waarvan je je afvraagt: klopt dit wel of mag dit wel? Het gaat dan om jouw waarden en normen.

Bijvoorbeeld je ziet een collega onbeleefd zijn tegen klanten of een collega heeft een alcoholprobleem. 

Slide 4 - Slide

Ethiek op de werkplek
Het kan moeilijk zijn om te weten wat je moet doen in dit soort situaties.

Sommige bedrijven hebben hierover regels vastgelegd in een Ethische code. Bijvoorbeeld dat je geen kadootjes aan mag nemen van klanten, dat je er netjes uitziet, dat je geen mobiel gebruikt onder werktijd.

Slide 5 - Slide

3.2 wie is de baas?

Slide 6 - Slide

Waarden & normen in bedrijven
Zijn niet bij elk bedrijf hetzelfde.
Elk bedrijf heeft gedragsregels, afspraken over hoe je met elkaar omgaat en hoe je met klanten omgaat.

Slide 7 - Slide

Formele verhoudingen
Regels die op papier zijn vastgelegd

Wie veel of weinig te zeggen heeft hangt af van je functie. Een directeur mag veel zelf beslissen een winkelverkoper minder.
Dit staat meestal op papier.

Slide 8 - Slide

Informele verhoudingen
- dit gaat over persoonlijke kenmerken van mensen
- Hoe je met een collega omgaat staat niet altijd op papier, het verschilt ook per collega. De ene perspoon vind je aardiger dan de andere.
- Soms zijn mensen geen directeur maar hebben ze wel veel macht op het werk omdat ze veel ervaring hebben. Dit noemen we informele leiders.

Slide 9 - Slide

Stijlen van leidinggeven
- autoritaire stijl: je moet doen wat je baas zegt en je hebt zelf weinig in te brengen (leger, brandweer, ziekenhuis)
- democratische stijl: de baas maakt beslissingen samen met de werknemers. 
- raadplegende stijl: de baas geeft veel inspraak aan de werknemers. Luistert goed naar de mening van de werknemers en neemt dan een beslissing.

Slide 10 - Slide

Meedenken en meepraten
Inspraak = mogen meedenken en meepraten.
Zeggenschap = mogen meebeslissen

Hier zit dus een verschil in. 

Slide 11 - Slide

Soorten overleg
Werkoverleg
veel afdelingen in een bedrijf hebben elke week of elke maand werkoverleg. Je praat dan over de planning voor de komende tijd of over problemen.

Je mag meedenken en meepraten maar de baas beslist. Hoe beter de baas luistert hoe meer mensen zich betrokken voelen.

Slide 12 - Slide

soorten overleg
Personeelsvergadering
Vaak is dit 2x per jaar, voor het personeel van alle afdelingen

Hierbij praat de directie met alle werknemers bijvoorbeeld over de cijfers van afgelopen jaar of algemene dingen die iedereen aangaan.
Je mag vragen stellen en meepraten

Slide 13 - Slide

Soorten overleg
Ondernemingsraad
Verplicht voor elk bedrijf dat meer dan 50 werknemers heeft

Ze adviseren over bijvoorbeeld de vakantieplanning
Soms mogen ze ook echt meebeslissen over bijvoorbeeld werktijden

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Ga naar blz 27 en 
maak opdrachten 1 t/m 8 
Maak ook de samenvatting op blz 35

Slide 15 - Slide