Frans les

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

bijvoegelijk naamwoord

Vandaag gaan we beginnen met het bijvoegelijk naamwoord.

( afkorting is bn )

Doelen

Aan het eind van de les moet je kunnen:

- waar je het bn kan vinden

- regelmatige en onregelmatige

- wanneer je 'e', 's' en 'es' gebruikt

Wat is 'groot' in het frans?

1. maison
2. la glace
3. aprés
4. grand

type de vertaling van 'de afspraak'

Welke zin vertelt iets over wonen in een flat?

1. Qu'est-ce que vous aimez faire?
2. Non, j'habite dans un appartement.
3. J'habite à Paris.
4. Oui, j'ai un chien et un poisson.

Wat betekent 'le mondre entier' in het nederlands?

waar woon jij?

lachen

is zij aardig?

nu

Comment tu trouves ta chambre?

rigoler

maintenant

Tu habites où?

Hoe vind jij jouw slaapkamer?

Elle est sympa?

Vertaal de zin "Ik vind mijn slaapkamer leuk, hij is groot." naar het frans

Vertaal het woord "naast" naar het frans

Klik de vertaling van "Qu'est-ce que vous aimez faire"

1. Wat vinden jullie leuk om te sporten
2. Wij vinden het leuk om te sporten
3. Woon jij in een huis
4. Ben jij vaan in je slaapkamer

Vertaal de zin "Oui, j'ai un hamster et un lapin."

Waar vind je de bijvoeglijk naamwoord?

De bn vertelt iets over een zelfstandig naamwoord (zn) 

voorbeeld: j'ai un chien adorable.

Zoals je kan zien staat het bn achter het zelfstandig naamwoord 'chien'

soms staat het bn niet achter het zn, maar er voor..

voorbeeld: j'ai un grand frère. 

Dat heeft te maken met regelmatige en onregelmatige woorden..

Regelmatige en onregelmatige

onregelmatige: Aan de linker staan de "onregelmatige bn ". 

- Deze woorden komen vóór het zelfstandig naamwoord te staan.

- Onregelmatige bn blijven in meervoud onregelmatig.

regelmatige: Woorden zoals: adorable, formidable en francaise

- kleuren moeten ook altijd achter het zn...

voorbeeld: j'ai un chien noir.

wat weet je tot nu toe over het bn?

Welk woord is onregelmatig?

1. adorable
2. noir
3. bon
4. rouge

wanneer je 'e', 's' en 'es' gebruikt

wanneer je 'x' of 's'

Het heeft allemaal te maken met het schema hiernaast ->

J'ai un (kleine) lapin.

1. petit
2. petits
3. petite
4. petites

J'ai deux (grote) frères.

1. grand
2. grands
3. grande
4. grandes

Vertaal de zin naar Frans
"Ik heb een grote kat."

C'est une poule (oude)

1. vieux
2. vieuxs
3. vieille
4. vieilles

Vertaal de zin naar het nederlands
"C'est une famille formidable."

Wat is de uitgang voor het bn
"Je porte souvent un polo blanc..."

1. -
2. -s
3. -e
4. -es

Wat is de uitgang voor het bn
"Il a les yeux blue..."

1. -
2. -es
3. -s
4. -e

Noem minstens 2 onregelmatige bijvoegelijk naamwoorden