Leiderschap in de verpleegkunde: De eigenschappen van Covey

Leiderschap in de verpleegkunde: De eigenschappen van Covey

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de eigenschappen van Covey toepassen op verpleegkundig leiderschap.

Wat weet je al over verpleegkundig leiderschap en de eigenschappen van Covey?

Introductie

Verpleegkundig leiderschap is cruciaal in de zorg. Covey's eigenschappen kunnen ons helpen bij het ontwikkelen van effectief leiderschap.

Eigenschap 1: Wees proactief

Proactieve leiders nemen initiatief, zijn verantwoordelijk en handelen vanuit principes.

Eigenschap 2: Begin met het einde voor ogen

Effectieve verpleegkundige leiders hebben een heldere visie en doelen voor ogen. Ze plannen en prioriteren op basis hiervan.

Eigenschap 3: Belangrijke zaken eerst

Prioriteiten stellen is essentieel voor verpleegkundige leiders. Ze focussen op belangrijke taken en delegeren effectief.

Eigenschap 4: Denk win-win

In de zorg is samenwerking cruciaal. Effectieve leiders streven naar win-win situaties waarbij iedereen profiteert.

Eigenschap 5: Eerst begrijpen, dan begrepen worden

Empathie en luistervaardigheid zijn essentieel voor verpleegkundige leiders. Ze tonen begrip en luisteren actief naar anderen.

Eigenschap 6: Creëer synergie

Verpleegkundige leiders streven naar samenwerking en synergie, waarbij het geheel meer is dan de som der delen.

Eigenschap 7: Houd de zaag scherp

Zelfzorg is van essentieel belang voor verpleegkundige leiders. Ze investeren in hun eigen welzijn en ontwikkeling.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.