blok 5 week 4 les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

blok 5 week 4 les 3

We herhalen de woordsoorten, zinsdelen en leestekens. 

Koeien hebben twee kleuren.
Wat is de persoonsvorm?

Koeien hebben twee kleuren.
Wat is het onderwerp?

Koeien hebben twee kleuren.
Wat is het lijdend voorwerp?

Piet heeft het skelet van het dier meegebracht.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Zou jij weleens willen abseilen?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Kim werkt al drie jaar elk derde weekend op de markt.
Wat is een rangtelwoord?

Zij past vaak op haar zusje, want haar ouders moeten dan werken
Wat is het voegwoord?

Hij vindt duiken leuk, omdat hij van vissen houdt.
Wat is het voegwoord?

Zij draagt een papieren hoedje.
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

De juf heeft vier vingerafdrukken op de vaas gezien.
Wat is het voorzetsel?

De juf heeft vier vingerafdrukken op de vaas gezien.
Wat is het telwoord?

De juf heeft vier vingerafdrukken op de vaas gezien.
Wat is het hulpwerkwoord?

De juf heeft vier vingerafdrukken op de vaas gezien.
Wat is het voltooid deelwoord?

dictee

1.

2.

3.

4.

5.